3. Aan de slag met de GGO module

Deze handleiding vormt een beschrijving over hoe de Template Gezonde Gebiedsontwikkeling (GGO) in de Tygron Engine te gebruiken is. Er wordt kort ingegaan op wat de Template GGO is (een uitgebreide beschrijving is terug te vinden in het ‘Handboek principes en toepassing Template Gezonde Gebiedsontwikkeling’) en hoe deze werkt in de Tygron Engine. Deze handleiding is voor de persoon die een nieuw project in de Tygron Engine wil opstarten op basis van de Template GGO. Voor het op een goede manier gebruiken van deze handleiding wordt verwacht dat de gebruiker een (basis) training bij Tygron heeft gevolgd.

3.1 GGO in de Tygron Engine

De GGO template is in de Tygron Engine geïmplementeerd in het project GGO template V1. Hierin zijn de volgende onderdelen te onderscheiden:

  1. Functies
  2. Indicatoren
  3. Alerts
  4. Overlays
  5. Staafdiagram

Deze vijf elementen zijn hierboven zichtbaar in afbeelding 1 en worden hieronder kort beschreven. _Afbeelding 1. Onderdelen in de GGO Template_
Afbeelding 1. Onderdelen in de GGO Template

Deze vijf elementen zijn hierboven zichtbaar in afbeelding 1 en worden hieronder kort beschreven.

3.1.1 Functies

De functies zijn objecten of bestemmingen die je kunt toewijzen aan het gebied. Deze zijn onderverdeeld in vier groepen/iconen, van boven naar beneden:

  • Basislaag bestemming; hierin zitten alle functies die te maken hebben met het geven van een bestemming aan een gebied of gebouw, zoals bijvoorbeeld wonen of een sportveld.
  • Functielaag; hierin zitten functies die toe te kennen zijn aan een landschap, zoals grasland of een vijver.
  • Functielaag energievoorziening; hierin zitten functies die te maken hebben met energievoorziening
  • Functielaag lijnelementen; hierin zitten landschappelijke elementen die in de vorm van een lijn worden ingetekend, zoals wegen. 

Daarnaast is er nog een icoon zichtbaar aan de linkerzijde, namelijk het icoon voor slopen. Voordat er iets gebouwd kan worden in de Engine, moet er eigenlijk bijna altijd iets gesloopt worden.

3.1.2 Indicatoren

De indicatoren bevinden zich in het lint aan de bovenzijde (Een overzicht met bestaande indicatoren is terug te vinden in Bijlage 1. Elk icoon staat voor een ander thema/indicator. Het cijfer wat onder het icoon staat, geeft het rapportcijfer weer voor dit thema. Dit is een gemiddelde, als er met meerdere gebiedstypen wordt gewerkt in het gebied. Als er op een icoon van een indicator geklikt wordt, komt er een popup in beeld (zie afbeelding 2) met een korte uitleg over de indicator en een overzicht van de score per gebied. Afbeelding 2: Indicatorscherm
Afbeelding 2: Indicatorscherm

3.1.3 Alerts

Alerts zijn 3D pop-ups in de vorm van een pijl die in de wereld zweven.  Ze verschijnen wanneer er gebouwd wordt op een locatie waar rekening moet worden gehouden met bepaalde restricties, zoals bijvoorbeeld een stiltegebied. Ook zijn er alerts als er bijvoobeeld te veel geluidshinder is in een gebied. Zodra er op een pijl geklikt wordt, verschijnt er een pop-up met meer informatie over wat voor gebied het is en gaat er ook een kaartlaag aan, zodat je de contouren van het aandachtsgebied kunt zien (zie afbeelding 3).

Afbeelding 3. Alerts
Afbeelding 3. Alerts

3.1.4 Overlays

Overlays zijn kaartlagen die in het lint aan de rechterzijde van het scherm staan. De overlays vormen de basisdata waarmee de score per indicator berekend wordt. Deze kaartlagen komen veelal bij de provincie of de gemeente vandaan. Daarnaast zitten er ook open data kaartlagen in, zoals het bestemmingsplan van https://www.ruimtelijkeplannen.nl/ , de indeling van het gebied in buurten van het CBS etc.

3.1.4 Staafdiagram

Het staafdiagram toont het overzicht van de scores per indicator (zie afbeelding 4). Deze is te openen door op de pop-up met een rood kruisje of groen vinkje te klikken. Als het gemiddelde van de rapportcijfers van de indicatoren een voldoende is, is er een groen vinkje zichtbaar. Als het gemiddelde een onvoldoende is, wordt er een rood kruis getoond. Rechtsonderin staat de ververs knop, het is belangrijk deze in te drukken om verzekerd te zijn van de meest actuele scores. Afbeelding 4. Staafdiagram
Afbeelding 4. Staafdiagram

3.2 Een project voorbereiden

Om een project te maken en voorbereiden voor een GGO sessie, zijn er een aantal stappen vooraf gedaan moeten/kunnen worden. Deze stappen zijn:

  1. Een nieuw project maken
  2. Datasets toevoegen
  3. Indicatoren en alerts
  4. Aanpassingen doen in de 3D wereld

Niet alle stappen zijn nodig, dit is afhankelijk van het gebied, de beschikbare data om het model op te bouwen en wat voor soort sessie er met de Template GGO gestart gaat worden. Hieronder worden deze stappen beschreven. Aan het eind van dit hoofdstuk is een checklist opgenomen waarmee je kan controleren of het project klaar is om een GGO sessie te starten.

3.2.1 Starten met een nieuw project

3.2.1.1 Een nieuw project maken met het GGO template

Om een nieuw project te maken, moet je eerst inloggen met je emailadres en wachtwoord. Vervolgens kom je op het beginscherm, waarbij je klikt op New Project (zie afbeelding 5). Afbeelding 5: Welkomstscherm
Afbeelding 5: Welkomstscherm

Daarna kom je in de Project Wizard (zie afbeelding 6). Hier kun je de naam van het project invullen (maximaal 20 tekens) en een template kiezen. Kies voor Start from scratch, voor een project waarbij je niet de GGO template wilt gebruiken. Kies voor Use existing Template en vervolgens voor GGO Template V1 bij het kopje Template voor een project waarin de GGO indicatoren zitten.

Afbeelding 6. Project Wizard
Afbeelding 6. Project Wizard

Wanneer er vervolgens op de knop Create new Project wordt geklikt komt de Disclaimer in beeld, lees deze zorgvuldig door en kies voor accepteren om de GGO template te kunnen gebruiken.

In het daaropvolgende scherm kun je het gebied wat je in 3D wilt hebben selecteren (zie afbeelding 7). Je kunt hiervoor de naam van een stad intypen. Versleep het vierkantje voor de precieze locatie met de Linkermuisknop, de achtergrondkaart verschuif je met de Rechtermuisknop. De grootte van het vierkant kan worden aangepast Afbeelding 7. Selecteren van een gebied
Afbeelding 7. Selecteren van een gebied

door de slider aan de rechterkant te verschuiven. De maximale grootte van het model is 25x25km. Het is verstandig om de vierkante vorm van het model te behouden en niet een rechthoekige vorm te kiezen, in verband met de snelheid van het model. Als je toch graag een rechthoekig model wilt hebben, klik je het vinkje naast Square map uit. Onthoud daarnaast, hoe kleiner het gekozen gebied, hoe sneller het model is geladen.

Bij Available data zie je welke datasets beschikbaar zijn voor het gebied, zoals bijvoorbeeld de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Hoe meer datasets, hoe gedetaileerder het model wordt. Vervolgens klik je op Generate map.

Afbeelding 8. Generen van het 3D model
Afbeelding 8. Generen van het 3D model

Het model wordt nu opgebouwd uit  allemaal open data bronnen. In het midden kun je zien voor hoeveel procent het model is geladen. Dit genereren gebeurt eenmalig. Zodra het model klaar is, kom je in het Edit scherm.

Afbeelding 9. Startscherm nieuw project (editscherm)
Afbeelding 9. Startscherm nieuw project (editscherm)

Foutmeldingen

Bij het opstarten van een nieuw project op basis van de GGO template kunnen er na het opstarten een aantal foutmeldingen verschijnen. Zie bijvoorbeeld afbeelding hieronder. Voorbeeld van een foutmelding

Deze foutmeldingen kunnen worden genegeerd en de popup vensters kunnen worden gesloten. Deze foutmeldingen ontstaan omdat het project voor sommige thema’s nog data mist. De foutmeldingen worden met de handelingen uit 3.2.2.2 Nieuwe data opgelost.

3.2.1.2 Een project opslaan en openen

Een project wordt opgeslagen door linksbovenin op FILE te klikken en vervolgens op Save, dan wel Save As om het project onder een andere naam op te slaan.

Om een bestaand project weer te openen in de Edit modus, klik je in het welkomstscherm (zie afbeelding 5) op Edit project en zoek je tussen de lijst met projecten het project dat je wilt openen. Afbeelding 10. Opslaan van een project
Afbeelding 10. Opslaan van een project

3.2.2 Datasets toevoegen

3.2.2.1 Bestaande data

Om de GGO indicatoren en alerts in de Engine te kunnen laten rekenen, worden er bij het opstarten datasets ingeladen. Datasets die bij Provincie Utrecht beschikbaar zijn worden automatisch (via een WFS) ingeladen bij het opstarten van een nieuw project. Deze datasets zijn ook al voorbereid, zodat de indicatoren en alerts er direct mee kunnen rekenen. Informatie over deze datasets en waar de (bron)data is te vinden is beschreven in 2. Technische beschrijving

Naast de data t.b.v. de indicatoren en alerts wordt ook bij het opstarten de door de Provincie Utrecht vervaardigde kaart/data m.b.t. de gebiedstypen ingeladen. Deze kaart is alleen ter indicatie, het projectgebied en het gebiedstype zal altijd per project bepaald moeten worden.

3.2.2.2 Nieuwe data

Het kan voorkomen dat niet alle benodigde data t.b.v. de indicatoren en alerts in een projectgebied aanwezig is bij Provincie Utrecht of dat er bij de gebruiker nieuwere data beschikbaar is. Deze data kan handmatig ingeladen worden, maar de data zal wel voorbereid moeten worden om gebruikt te kunnen worden door de indicatoren en alerts. Zoals hierboven al genoemd is, is dit terug te vinden in 2. Technische beschrijving

Hoe data toe te voegen is beschreven in de Wiki van Tygron: https://support.tygron.com/wiki/Import_Geo_data

In staat een overzicht van de indicatoren en de alerts met hun benodigde datasets. Afhankelijk van welke indicatoren en alerts je in je project wilt, kun je kijken welke datasets er nodig zijn.

3.2.3 Indicatoren en alerts

3.2.3.1 Indicatoren

Standaard zitten alle indicatoren in het template. Soms zijn ze niet allemaal nodig in een project. Om een indicator uit de bovenbalk te verwijderen (deze is dan ook niet zichtbaar in de staafdiagram) klik je op het tabblad Current situation bovenin het menu en daarna op Indicators. Links in het paneel komen dan alle indicatoren die in de GGO template zitten te staan. Selecteer een indicator en zet het vinkje voor Active (rechts in beeld onder het tabblad General) uit. De tekst van de indicator wordt links in beeld uitgegrijst en de indicator is niet langer zichtbaar in de bovenbalk. De indicator is weer eenvoudig toe te voegen door het vinkje bij Active aan te zetten.

3.2.3.2 Alerts

De alerts zitten ook standaard in het template, hiervoor zijn geen specifieke handelingen nodig. Alerts hebben een signalerende functie, dus deze komen pas in beeld als dit relevant is.

3.2.4 Aanpassingen doen in de 3D wereld

Er zijn meerdere mogelijkheden om aanpassingen door te voeren in de 3D wereld, dit kan o.a. door individuele objecten te wijzigen of te plaatsen, door complete plannen in te laden of door gebruik te maken van de tool parametrische ontwerpen in de Tygron Engine. Hieronder zal de tool parametrische ontwerpen worden toegelicht. Informatie over het wijzigen of plaatsen van individuele objecten is hier te vinden: https://support.tygron.com/wiki/Future_Design. Informatie over het inladen van plannen (vaak aangeleverd in .dxf formaat) is hier te vinden: https://support.tygron.com/wiki/DXF

3.2.4.1 Parametrisch ontwerpen

De Tygron Engine kan parametrische stadsplannen genereren op basis van inputparameters, zoals gebouwtypen, groen, wegen, parken, etc. Het is mogelijk om onderscheid te maken tussen soorten functies, eenheden per gebouw, verdiepingen, etc. Het parametrische ontwerp kan worden getest op de ggo-indicatoren.

Een parametrisch ontwerp bestaat uit de volgende zes categorieën die deel uitmaken van het ruimtelijke plan:

  • Wegen
  • Gebouwen
  • Parkeren
  • Tuinen
  • Openbaar groen
  • Water

De tool parametrisch ontwerpen is te vinden via FUTURE SITUATION Parametric (zie afbeelding 12). Voor elk van de bovenstaande categorieën kan mbv sliders bepaald worden hoeveel hiervan aanwezig moet zijn in het te ontwerpen plan. Afbeelding 12. Parametrisch ontwerp
Afbeelding 12. Parametrisch ontwerp

*Afbeelding 13. Sliders*
Afbeelding 13. Sliders

De sliders zijn van elkaar afhankelijk, dit betekent dat als er bij de één wat bij komt er ergens anders wat af moet. Elk van de categorieën bestaat weer uit 1 of meer functies. M.a.w. de categorie Gebouwen kan bestaan uit 1 type gebouw, maar kan ook bestaan uit meerdere typen gebouwen. Bv. je wilt 30% sociale woningbouw, 50% twee onder één kap en 20% villa’s, dit kan je instellen via de categorie Gebouwen (via de knop Edit).

Door met de sliders te spelen kan er een plan gegenereerd worden dat past bij één van de gebiedstypen. Een drietal gebiedstypen zijn al voor-gedefinieerd, namelijk Groen Stedelijk, Centrum Stedelijk en Buiten Centrum. Met behulp van deze voor-gedefinieerde plannen kan er op eenvoudige wijze een gebied ingericht worden. Deze voor-gedefinieerde plannen zijn te vinden achter de knop Parametric (zie afbeelding 14).

Een volledige beschrijving van de werking van de tool parametric is te vinden op de Wiki van Tygron: https://support.tygron.com/wiki/Parametric_Design

Afbeelding 14. Voor-gedefinieerde ontwerpen
Afbeelding 14. Voor-gedefinieerde ontwerpen