Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving

Het inpassingsplan Ruimte voor de Lek is opgesteld conform de eisen vanuit de Wro, het Bro en de regels zoals deze zijn vastgelegd in de SVBP 2008. Met de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2008 worden bestemmingsplannen / inpassingsplannen op vergelijkbare wijze opgebouwd en op dezelfde wijze verbeeld. Zowel de toelichting, als de regels en de verbeelding is gedigitaliseerd. Dit betekent dat een ieder via de computer met een enkele klik op een specifiek gebied alle van toepassing zijnde regelingen uit dit inpassingsplan op dat betreffende gebied in één oogopslag kan bekijken. Daarnaast is bij de betrokken overheden ook een analoog exemplaar beschikbaar. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.



6.1 Standaardisering en digitaal raadpleegbaar

In de planregels is een standaard hoofdstukindeling aangehouden die begint met Inleidende regels (begrippen en wijze van meten), vervolgens met de bestemmingsregels, de algemene regels (de regels die voor alle of meerdere bestemmingen gelden) en de overgangs- en slotregels. Daarbij staan de verschillende bestemmingen op alfabetische volgorde.

Ook de regels van een bestemming kennen een standaardopbouw en worden als volgt benoemd:
- Bestemmingsomschrijving;
- Bouwregels;
- Afwijken van de bouwregels;
- Specifieke gebruiksregels;
- Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.
Opgemerkt wordt dat niet elke bestemming alle elementen bevat, dit verschilt per bestemming.

Overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening kan het inpassingsplan gewijzigd worden. In dit inpassingsplan is gekozen om de wijzigingsbevoegdheid op te nemen in de algemene regels en niet bij de specifieke bestemming. Door alle wijzigingsbevoegdheden op één plaats in de planregels op te nemen wordt de raadpleegbaarheid en de leesbaarheid van het inpassingsplan vergroot
 



6.2 Opbouw planregels

In de planregels is een standaard hoofdstukindeling aangehouden die begint met Inleidende regels (begrippen en wijze van meten), vervolgens met de bestemmingsregels, de algemene regels (de regels die voor alle of meerdere bestemmingen gelden) en de overgangs- en slotregels. Daarbij staan de verschillende bestemmingen op alfabetische volgorde.

Ook de regels van een bestemming kennen een standaardopbouw en worden als volgt benoemd:
- Bestemmingsomschrijving;
- Bouwregels;
- Afwijken van de bouwregels;
- Specifieke gebruiksregels;
- Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.
Opgemerkt wordt dat niet elke bestemming alle elementen bevat, dit verschilt per bestemming.

Overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening kan het inpassingsplan gewijzigd worden. In dit inpassingsplan is gekozen om de wijzigingsbevoegdheid op te nemen in de algemene regels en niet bij de specifieke bestemming. Door alle wijzigingsbevoegdheden op één plaats in de planregels op te nemen wordt de raadpleegbaarheid en de leesbaarheid van het inpassingsplan vergroot.

6.2.1 Inleidende regels
Begrippen
Hierin worden de in de regels gebruikte begrippen gedefinieerd, om zo verschil in interpretatie te voorkomen. De begrippen zijn op alfabetische volgorde geplaatst, met uitzondering van de begrippen; plan, inpassingsplan en verbeelding. Deze drie begrippen zijn vooraan geplaatst.

Wijze van meten
Dit is een handleiding voor, hoe de diverse maten die in de regels zijn bepaald, gemeten moeten worden.

6.2.2 Bestemmingsregels

Agrarisch – Natuurboerderij
De gronden voor de boerderij de Ponthoeve zijn bestemd als ‘Agrarisch – Natuurboerderij’. In de bestemming is de Ponthoeve als natuurboerderij opgenomen, omdat het geen volwaardig Juridgegenereerd wordt door grondgebonden agrarische activiteiten.

Binnen deze bestemming zijn verschillende aanduidingen opgenomen die functies als horeca en detailhandel van eigen geproduceerde producten, mogelijk maken. Deze functies zijn ingeperkt doordat de oppervlakten bestemd voor deze functies specifiek aangegeven zijn. Voor het parkeren en het terras is de exacte locatie vastgelegd. De toegestane maximale oppervlakte aan bebouwing komt overeen met de bestaande bebouwing.

Agrarisch met waarden – natuur en landschapswaarden.
De gronden rondom de boerderij de Ponthoeve zijn bestemd als ‘Agrarisch met waarden – natuur en landschapswaarden’. Binnen deze bestemming zijn de gronden primair bedoeld voor agrarische activiteiten waarbij rekening gehouden wordt met de natuur en landschapswaarden. Tevens zijn gerelateerde activiteiten aan de functie van de Ponthoeve (zoals boerengolf en discgolf) toegestaan. Deze activiteiten moeten wel ondergeschikt blijven aan de agrarische activiteiten en de natuur- en landschapswaarden.

Maatschappelijk – Molen
Deze bestemming is opgenomen vanwege de wijzigingsbevoegdheid die binnen de bestemming ‘Natuur’ is opgenomen. En maakt het realiseren van een historische windmolen op een terp met een hoogte van 1,10 meter mogelijk.

Natuur
De gronden met de bestemming ‘Natuur’ zijn primair bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden en landschappelijke en (a)biotische waarden, voor waterafvoergebied, voor waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Ondergeschikt hieraan is het gebruik van de gronden voor extensief dagrecreatief medegebruik, zoals wandelen, fietsen en paardrijden. Op de plaats met de aanduiding ‘fiets- en voetveer’ is een aanlegplaats voor de fiets- en voetveer toegestaan. Een passantenhaven voor maximaal 10 ligplaatsen is mogelijk gemaakt door middel van de aanduiding ‘passantenhaven’. En ook de camperstandplaats heeft een specifieke aanduiding gekregen. Binnen de aanduiding ‘parkeerterrein’ is een kleinschalig buitendijksparkeerterrein toegestaan ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Binnen de aanduiding recreatief medegebruik worden voorzieningen voor recreatief medegebruik mogelijk gemaakt, zoals natuurlijke speelvoorzieningen, bruggetjes, picknicktafels en informatieborden.

Voor een heel aantal activiteiten waarbij de grond geroerd wordt is een ‘omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of van werkzaamheden’ geëist. Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten, zoals verlagen of egaliseren van de bodem, het aanleggen van leidingen dieper dan 1 meter onder de grond en het aanleggen van nieuwe drainage ongeacht de diepte en aanleggen van verharding.

Verkeer
Op de verbeelding aangewezen gronden voor ‘Verkeer’ zijn primair bedoeld voor het wegverkeer. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor de aanleg en instandhouding van overkluisde watergangen, bruggen, natuur en water, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen.

Ter plaatse van de aanduiding ‘veetunnel (vtu)’ is een onderdoorgang voor vee toegestaan. De aanduiding ‘parkeerterrein (p)’ is reeds opgenomen in de regels met het oog op de wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigingsgebied III. Onder bepaalde voorwaarden hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid de bestemming ‘Natuur’ te wijzigen in de bestemming ‘Verkeer’ met de aanduiding ‘parkeerterrein’.

Water
De rivier, waterlopen, waterhuishoudkundige voorzieningen die een belangrijke bijdrage leveren aan de aan- en afvoer van water hebben de bestemming ‘Water’ gekregen.


Dubbelbestemmingen
Met een dubbelbestemming kunnen ruimtelijk relevante belangen veilig worden gesteld die niet of onvoldoende met 'onderliggende' bestemmingen kunnen worden gewaarborgd. Daarbij hebben de met de dubbelbestemming samenhangende belangen in beginsel voorrang op het belangen van de onderliggende bestemming. Het waarborgen van belangen met behulp van een dubbelbestemming leidt tot bijzondere of extra regels of noodzaakt tot nadere afweging van belangen.

Leiding – Gas (dubbelbestemming)
Binnen deze dubbelbestemming is een hoofdtransportleiding voor gas geregeld. Uitsluitend mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van deze dubbelbestemming gebouwd worden. De maximale hoogte van de betreffende bouwwerken mogen niet meer dan 2 meter zijn.

Ter bescherming van de gasleiding(en) is binnen deze dubbelbestemming een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden. Hierbij kan gedacht worden aan werkzaamheden zoals het aanbrengen van (half-)verhardingen, het vergraven van de bodem en het aanbrengen en verwijderen van beplanting, etc.

Leiding – Riool (dubbelbestemming)
Binnen deze dubbelbestemming zijn de gronden mede bestemd voor een rioolwaterpersleiding. Het oprichten van bouwwerken is niet toegestaan, tenzij het gaat op vervanging of verandering van het bestaande bouwwerk en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

Om de rioolwaterpersleiding te beschermen is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden. Hierbij kan gedacht worden aan werkzaamheden zoals het aanbrengen van (half-)verhardingen, het vergraven van de bodem en het aanbrengen en verwijderen van beplanting, etc.

Waarde – Archeologie (dubbelbestemming)
Deze dubbelbestemming richt zich op het behoud en herstel van de archeologische waarden in het gebied. Binnen deze gronden mag in principe de grond niet geroerd worden, of er moet onderzoek gedaan zijn. Per gebied is aangegeven onder welke voorwaarden geen archeologisch onderzoek nodig is. De voorwaarden hebben betrekking op de oppervlakte en de diepte van de ingreep in de bodem. Deze voorwaarden zijn opgesteld vanuit het archeologisch beleid van de betreffende gemeenten.

Waarde – Natuur (dubbelbestemming)
Deze dubbelbestemming richt zich op de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden en (a)biotische waarden binnen de geulen in de uiterwaarden. Deze dubbelbestemming regelt dat naast de hoofdfunctie ten behoeve van de waterhuishouding ook de natuurlijke kwaliteit gewaarborgd wordt. Binnen deze gronden kunnen bepaalde werken alleen met een omgevingsvergunning uitgevoerd worden. Op deze manier zal bij de uitvoering van werkzaamheden de natuurkwaliteit afgewogen worden.

Waterstaat – Waterkering (dubbelbestemming)
De gronden met de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ zijn mede bestemd voor het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en de daarbij behorende voorzieningen. Bij voorzieningen kan gedacht worden aan waterstaatkundige kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.

Binnen deze dubbelbestemming mag alleen ten behoeve van de bestemming ‘Verkeer’ gebouwd worden. Hierbij gaat het alleen om bouwwerken tot maximaal 3 meter hoog, geen gebouw zijnde, waarvoor eerst schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.

Waterstaat – Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming)
Het hele plangebied heeft de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterstaatkundige functie’. Hierbij gaat het om de instandhouding van de waterstaatsdoeleinden in de vorm van de waterhuishouding, het verkeer te water en de afvoer van hoog oppervlaktewater. Het doel van deze dubbelbestemming is het waarborgen dat de beoogde waterstanddaling gehaald wordt, door beperkte bouwmogelijkheden te geven en in bepaalde gebieden de maximale hoogte van de vegetatie te regelen. Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het aangegeven bouwvlak binnen de bestemming ‘Agrarisch - Natuurboerderij’ (waarbij niet meer dan de bestaande oppervlakte gebouwd mag worden), de mogelijkheden die binnen de wijzigingsgebieden worden geboden, de kunstwerken en andere waterstaatswerken ten behoeve van de waterhuishouding en specifiek benoemde bouwwerken. Bij dit laatste kan gedacht worden aan voorzieningen die in het Inrichtingsplan genoemd zijn, zoals een vissteiger, speelnatuur, bruggetjes, vogelkijkscherm en informatieborden. Daarnaast is het mogelijk dat binnen de specifieke aanduidingen een aanlegsteiger voor de passantenhaven, een elektriciteitspaal bij de camperstandplaats en trappen die de entrees tot de uiterwaarden vormen gerealiseerd worden. Het verbod om te bouwen is een belangrijk middel om de snelheid van de doorstroming van het water niet te verminderen.

Begroeiing mag geen belemmering vormen voor de afvoer van water. Opgaande begroeiing dwars op de stroomrichting van het water is ongewenst en doet afbreuk aan de kerndoelstelling van het project: het bereiken van de waterstanddaling uit oogpunt van veiligheid. Om die reden is de bestemming Waterstaat-Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming) een verbod opgenomen voor het aanplanten, hebben en houden van beplanting en gewassen met een hoogte van meer dan 0,30 meter in de periode van 1 november tot en met 31 maart binnen de aanduiding ‘vegetatiehoogte’

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn voorwaarden opgenomen waarmee afgeweken kan worden van de bouwregels. Op deze manier kunnen bepaalde gewenste bouwwerken voor o.a. recreatie, verkeer en (de beleving van) het landschap toch vergund worden. Rijkswaterstaat zal over deze aanvragen gehoord worden.

6.2.3 Algemene regels
De algemene regels omvatten een aantal algemene en aanvullende regels die van toepassing zijn op de gronden binnen het plangebied. Vanwege het algemene karakter van deze planregels zijn deze opgenomen in het algemene hoofdstuk.

Anti-dubbeltelbepaling
De anti-dubbeltelregel moet op grond van het Besluit ruimtelijke ordening worden opgenomen om bijvoorbeeld te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het overgebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Algemene bouwregels
In deze regel wordt bepaald dat ondergeschikte bouwonderdelen de bouwhoogte met 1,5 meter mogen overschrijden. Voor molenwieken is specifiek opgenomen dat er geen maximale overschrijding geldt.

Algemene gebruiksregels
Algemene gebruiksregels, waarin wordt aangegeven welk gebruik van gronden en opstallen in ieder geval in strijd met de bestemming en verboden is. Deze algemene gebruiksregels zijn van toepassing op alle bestemmingen. Bij enkele bestemmingen zijn specifieke gebruiksregels nodig, deze specifieke gebruiksregels zijn bij de bestemmingen zelf opgenomen.

Algemene aanduidingsregels
Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied waarvoor bij de toepassing van het bestemmingsplan specifieke regels gelden of waar nadere afwegingen moeten worden gemaakt. De volgende aanduidingen zijn aangegeven:

Vrijwaringszone – Molenbiotoop
Binnen de zone molenbiotoop mag de hoogte van bouwwerken, werken en beplanting (in volwassen staat) maximaal 10 meter zijn. De straal van de zone is 300 meter.

Milieuzone – Boringsvrije zone
De boringsvrije zone is opgenomen ter bescherming van de grondwaterkwaliteit. Binnen deze zone is het verboden om zonder omgevingsvergunning werken en werkzaamheden uit te voeren, zoals het maken en/of buiten gebruik stellen van boorputten, het realiseren van ondergrondse bouwwerken; het indrijven en verwijderen van voorwerpen (o.a. damwanden, schermen) in de bodem en het realiseren van funderingswerken.

Algemene afwijkingsregels
Bij deze bepaling wordt geregeld dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van de bouwregels en de gebruiksregels. Specifiek is aangegeven welke maten met hoeveel overschreden mogen worden en waarvoor. Afwijken van de gebruiksregels, kan alleen wanneer het meest doelmatige gebruik beperkt wordt.

Algemene wijzigingsregels
In deze regels is bepaald dat het bevoegdgezag, in overeenstemming met artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in het plan opgenomen bestemmingen kunnen wijzigen. Er is voor gekozen om alle wijzigingsbevoegdheden bij elkaar onder de algemene wijzigingsregels te plaatsen. Zo is het overzichtelijke voor welke zaken en binnen welke voorwaarden, het bevoegd gezag de mogelijkheid heeft het plan te wijzigen. Gekozen is om voor de betreffende aspecten het bevoegd gezag de mogelijkheid te geven het plan te kunnen wijzigen, omdat tijdens het opstellen van dit Provinciaal Inpassingsplan geen duidelijkheid bestaat of de realisatie binnen de planperiode gaat vinden.

De wijzigingsgebieden zijn specifiek aangegeven op de verbeelding.

Wijzigingsgebied I
Binnen het wijzigingsgebied I is het bevoegd gezag bevoegd om de bestemming ‘Natuur’ te wijzigen in de bestemming ‘Maatschappelijk- Molen’. Deze wijzigingsbevoegdheid is opgenomen vanwege de plannen met betrekking tot de realisatie van een historische molen aan de noordrand van Vianen. De bedoeling is dat de molen verhoogd in het landschap komt te staan op een verhoging van 20 bij 20 meter met een maximale hoogte van 1,10 meter. De gevolgen van het realiseren van de molen zijn meegewogen in de gedane onderzoeken met betrekking tot o.a. de waterdoorstroming, archeologie en geluid.

Wijzigingsgebied II
Wanneer de molen wordt gerealiseerd is voldoende windvang en zicht op de molen belangrijk. Daarom hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een aanduidingsgebied ‘Vrijwaringszone –Molenbiotoop’ op te nemen. Binnen de zone die aangeduid wordt met Molenbiotoop worden beperkingen gesteld aan de hoogte van andere functies. Bouwwerken, werken en beplanting (in volwassen staat) mogen in deze zone maximaal 10 meter hoog zijn.

Wijzigingsgebied III
Binnen dit wijzigingsgebied heeft het bevoegd gezag de bevoegdheid om de bestemming ‘Natuur’ te wijzigen in de bestemming ‘Verkeer’ ten behoeve van een parkeerterrein voor maximaal 60 personenauto’s indien de noodzaak daartoe is aangetoond. Het parkeerterrein dient een groenelement te worden dat past in het landschap.

Wijzigingsgebied IV
In de Waalsewaard heeft het bevoegd gezag de bevoegdheid om de bestemmingen ‘Natuur’ en ‘Water’ te wijzigen in ‘Verkeer’ ten behoeve van het realiseren van een fietspad.

Verder is de wijzigingsbevoegdheid opgenomen dat de bestemmingsgrenzen voor de bestemmingen ‘Natuur’, ‘Agrarisch met waarden’ en ‘Water’ gewijzigd kunnen worden, voor zover dit noodzakelijk is voor de realisering van de maatregelen die voortvloeien uit het ‘project Ruimte voor de Lek’. Hierbij is ook gesteld dat er geen dringende redenen mogen zijn die zich er tegen verzetten, dat de overschrijdingen niet meer bedragen dan 15 meter en het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% per vlak wordt vergroot.

Wat betreft de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ heeft het bevoegd gezag de bevoegdheid om de ligging van deze dubbelbestemming te verschuiven of naar omvang te vergroten of te verkleinen en in voorkomend geval zelfs te verwijderen. Deze wijzigingen zijn alleen toegestaan wanneer ter plekke de aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden zijn geconstateerd.

6.2.4 Overgangs- en slotregels
Ten slotte zijn in het laatste hoofdstuk van de planregels de overgangs- en slotregels opgenomen. Deze regels hebben een algemeen karakter en zijn op het hele plangebied van toepassing.

Het overgangsrecht regelt het regime van bebouwing en van gebruik van de grond, dat strijdig is met het plan. Strijdigheid met het plan, voor zowel bebouwing als gebruik, wordt beoordeeld naar het moment waarop het plan in werking treedt.

In de slotregel wordt de naam van het inpassingsplan vermeld.