1.9 Leeswijzer
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (artikel 2.2 lid 1) bevat een structuurvisie:
  • de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling;
  • de hoofdzaken van het door de provincie te voeren ruimtelijk beleid;
  • de wijze waarop de voorgenomen ontwikkelingen worden verwezenlijkt.

Er is dus sprake van een driedeling: ontwikkeling – beleid – uitvoering. De driedeling is terug te vinden in de opbouw van deze structuurvisie:
  • de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen zijn beschreven in hoofdstuk 2;
  • de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk beleid in hoofdstuk 3 t/m 6;
  • de verwezenlijking in hoofdstuk 7 (uitvoeringsparagraaf).

Ook in de kaarten komt de driedeling terug:
  • een visiekaart met de ontwikkeling 2028;
  • een beleidskaart met objecten ter ondersteuning van het beleid;
  • kaarten bij de PRV als onderdeel van de uitvoering.
De voorgenomen ontwikkelingen (hoofdstuk 2) zijn vooral gebaseerd op de toekomstschets uit de Kadernota Ruimte. Daarbij zijn drie pijlers onderscheiden, die op verschillende plekken in de PRS terugkomen:
  • een duurzame leefomgeving;
  • vitale dorpen en steden;
  • landelijk gebied met kwaliteit.
De ontwikkelingen vormen, aan de hand van de pijlers, de basis voor het beleid en het provinciaal belang (hoofdstuk 3 t/m 6) en daarmee ook voor de verwezenlijking, de uitvoering (hoofdstuk 7).