1.8 Samenhang
De PRS staat niet op zichzelf maar heeft een samenhang met sectorale plannen en visies in de provincie en met plannen en visies van andere partijen. De belangrijkste relaties liggen er met:
  • Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van het Rijk: Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in ten behoeve van een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Dit via een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de reiziger voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimte¬lijke ontwikkelingen en mobiliteit met elkaar verbindt. Hiervoor heeft het Rijk beleid ontwikkeld op basis van een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regelgeving en een selectieve rijksbetrokkenheid.
  • Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro): Dit besluit heeft het Rijk opgesteld om haar beleid naar de andere overheidslagen door te laten werken. Het Rijk laat hierin de beleidsonderdelen Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde (voor Utrecht zijn dit de Nieuwe Hollandse waterlinie en de Romeinse Limes) direct doorwerken naar de ruimtelijke verordening van provincies. De overige beleidsonderdelen werken rechtstreeks door naar bestemmingsplannen van gemeenten.
  • Deltabeslissingen: Het Deltaprogramma heeft tot doel het op orde krijgen van de huidige waterveiligheid en zoetwatervoorziening en de voorbereiding op de toekomst. Bij de daarvoor te nemen maatregelen spelen veel aspecten een rol, denk aan leefomgeving, economie, natuur, landbouw en recreatie. Er worden vijf deltabeslissingen voorbereid. Indien nodig, passen we ons ruimtelijk beleid en de inzet van instrumenten aan naar aanleiding van de Deltabeslissingen.
  • Gebiedsagenda: De Gebiedsagenda Utrecht 2009 is tot stand gekomen in samenwerking met regio- en rijkspartijen en is in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) van november 2009 vastgesteld. De gebiedsagenda presenteert een gezamenlijke toekomstvisie van rijk en regio en biedt daarmee de inhoudelijke onderbouwing van mogelijk nieuwe programma’s en projecten. De gebiedsagenda maakt vooral duidelijk wat de (regiobrede) kernopgaven in het fysiek ruimtelijke domein zijn, welke projecten en programma’s daarin passen en hoe die bijdragen aan de integrale ontwikkeling van het gebied. De gebiedsagenda is gebaseerd op vigerende nota’s en beleidsplannen en bevat dus geen nieuw beleid.
  • Ontwikkelingsvisie NV Utrecht: Deze ontwikkelingsvisie is opgesteld door de samenwerkende partijen in Noordvleugel Utrecht en geeft aan dat in de regio zoveel mogelijk binnen het bestaand stedelijk gebied gebouwd gaat worden om duurzaam om te gaan met onze ruimte en ter bescherming van natuur en landschap. De in 2009 vastgestelde visie is door een besluit van Provinciale Staten aangemerkt als bouwsteen voor de PRS.
  • Voorloper Groene Hart: De Voorloper Groene Hart is opgesteld door de drie Groene Hartprovincies voor de periode 2009-2020. De Voorloper bevat voorstellen voor beleid voor o.a. de kernkwaliteiten van het nationaal landschap, bodemdaling, duurzaamheid, landbouw, natuur, wonen en werken en recreatie (waaronder stad-landverbindingen). De Voorloper is door een besluit van Provinciale Staten aangemerkt als bouwsteen voor de PRS.
  • VERDERpakket: In VERDER werken de NV Utrecht-partners samen met Rijkswaterstaat aan oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek in Midden Nederland. Daarbij is samenhang tussen lokaal en bovenlokaal en tussen verschillende vervoersmodaliteiten van groot belang. Hieronder vallen de planstudies Ring Utrecht, A1/A27, A28 en knooppunt Hoevelaken en een regionaal maatregelenpakket.
  • Provinciale strategische en sectorale beleidsplannen en visies: De volgende provinciale strategische beleidsplannen en visies zijn input voor de PRS: Strategisch Mobiliteitsplan (februari 2008), Milieubeleidsplan (april 2009) en Waterplan, inclusief deelplan Kaderrichtlijn Water (november 2009). Naast deze strategische plannen zijn ook de Bodemvisie (maart 2010), de Landbouwvisie (oktober 2011), de Economische Visie (oktober 2011) en de conceptvisie Recreatie en Toerisme 2020 input c.q. de PRS is hiermee afgestemd. Het rijk heeft de Omgevingswet in voorbereiding. Die kan er toe leiden dat er in de toekomst geen afzonderlijke Milieubeleids- en Waterplannen worden opgesteld, maar dat hiervoor één samenhangend plan in de plaats komt.
  • Strategie Utrecht 2040: Een provinciale strategie voor een duurzame en aantrekkelijke regio. Op basis van de huidige situatie en de toekomstige trends komt een beeld naar voren van een aantrekkelijke regio die onder hoge druk staat. Dat vraagt om een lange termijnstrategie: Utrecht kiest voor een strategie van duurzame ontwikkeling en behoud van aantrekkingskracht, versterken waar we goed in zijn en streven naar uitgebalanceerde groei van de kwaliteit van de regio.
  • Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-oost: Dit plan is opgesteld op basis van de Reconstructiewet. Er wordt mee beoogd de problemen die zich voordoen in dit deel van het landelijk gebied integraal aan te pakken en een goede ruimtelijke structuur te bevorderen ten aanzien van landbouw, natuur, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur. Het reconstructieplan heeft nu nog voor een aantal onderdelen een belangrijke juridische status en werkt daarmee door in de provinciale ruimtelijke structuurvisie en in bestemmingsplannen van de gemeenten in het Reconstructiegebied. De Reconstructiewet komt echter te vervallen. De PRS en PRV nemen dan de rol van het Reconstructieplan over.
  • Intergemeentelijke ruimtelijke visies: samenwerkingsverbanden van gemeenten hebben ruimtelijke visies opgesteld die –vooral door de samenwerking- van bovenlokale betekenis zijn. Wij noemen de Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht, het Regiodocument BRU en de Integrale gebiedsuitwerking Eemland, bijstelling 2011. Deze hebben we betrokken bij het formuleren van ons ruimtelijk beleid.