Bijlage Luchtvaartterreinen
De provincie Utrecht beschikt over afwisselende landschappen - met daarin de historisch waardevolle steden Utrecht en Amersfoort - en andere karakteristieke grotere en kleinere steden en dorpen. Het landelijk gebied kenmerkt zich door uitgestrekte veenweidegebieden, plassen, bossen op de Heuvelrug, het halfopen landschap van de Gelderse Vallei, het Kromme Rijngebied en het rivierenlandschap. Op het gebied van landschap, wonen, werken, voorzieningen en historie kent onze provincie unieke kenmerken en kwaliteiten. Het spanningsveld tussen ruimte voor wonen, werken en infrastructuur ten opzichte van ruimte voor natuur, landschap en groen rond de stad en voor de uitoefening van agrarische functies is kenmerkend voor de Provincie Utrecht. Meer dan in welke provincie dan ook is het verdelen en toewijzen van schaarse ruimte één van de belangrijkste onderwerpen in het provinciaal beleid. Dit maakt ook dat er in de provincie Utrecht nauwelijks ruimte is voor luchtvaartterreinen. De enorme ruimtelijke claim van de vliegbasis Soesterberg is mede de oorzaak geweest van de sluiting ervan.

Algemene uitgangspunten
In het afwegingskader duurzaamheid wordt er een integrale afweging gemaakt tussen de belangen “People, Planet en Profit” en de effecten die een beleid heeft op volgende generaties en elders op de wereld.
Aanvragen voor luchthavenbesluiten en luchthavenregelingen, die hinder voor de omgeving opleveren, zullen met name op deze punten beoordeeld worden. Ons streven is de hinder voor de omgeving (mens en dier) zo beperkt mogelijk te houden. Dit betekent dat - indien verzoeken worden gedaan om vliegactiviteiten mogelijk te maken - nut en noodzaak van deze activiteiten moeten worden aangetoond.

Met betrekking tot het luchtverkeer wordt een onderscheid gemaakt tussen structureel en tijdelijk en uitzonderlijk gebruik: tot en met twaalf vliegdagen per jaar kan er sprake zijn van tijdelijk en uitzonderlijk gebruik. Vanaf dertien vliegdagen per jaar is er sprake van een structureel gebruik van een terrein.

1. Gemotoriseerd luchtverkeer met een structureel karakter
In een aantal gebieden in de provincie Utrecht is het niet wenselijk dat er verstoring optreedt door opstijgend en dalend gemotoriseerd luchtverkeer. Gezien de effecten van gemotoriseerd vliegverkeer zullen in alle gevallen de kernkwaliteiten van het gebied, namelijk de kwaliteit stilte en rust, worden aangetast.

Nieuwe initiatieven ten aanzien van structureel helikopterverkeer en gemotoriseerde kleine en recreatieve luchtvaart in stiltegebieden, de Ecologische hoofdstructuur (EHS) en groene contour is niet toegestaan. Rondom de EHS en groene contour wordt een bufferzone van 2 km aangehouden. Binnen deze bufferzone is gemotoriseerd landen en opstijgen uitsluitend toegestaan als de aanvrager voor de aanwijzing van een terrein als luchtvaartterrein voldoende heeft aangetoond dat dit geen invloed heeft op het gevoelige gebied (het zogenaamde nee, tenzij regime). Ook moet er voldaan worden aan de eisen van de Flora- en faunawet, en indien van toepassing, aan de Natuurbeschermingswet.

Om het milieu te beschermen, en hinder en gevaar zoveel mogelijk te voorkomen, worden eisen gesteld aan de locatie en het gebruik van nieuwe luchthavens, specifiek private, bedrijfsgebonden of commerciële lucht-havens. Hoofdprincipe is dat de provincie geen nieuwe luchthavens wil nabij woonbebouwing in verband met geluidsoverlast. De belangrijkste eisen die de provincie stelt aan locatie en het gebruik van een nieuwe luchthaven zijn:
? bij het voorgenomen gebruik mogen er geen woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen (komen te) liggen binnen de 48 dB Lden geluidscontour;
? een nieuwe luchthaven dient minimaal 500 m afstand tot de dichtstbijzijnde woning of andere geluidsgevoelige bestemming aan te houden;
? bij het voorgenomen besluit mogen er geen kwetsbare objecten liggen binnen de 10-6 Externe veiligheidscontour (komen te) liggen.

Als de 48 dB Lden contour buiten de 500 m lijn ligt dan geldt die 500 m lijn uiteraard als grens voor geluidgevoelige bestemmingen. Geluid wordt bij luchthavens uitgedrukt in dB Lden-contouren. Deze contour is een jaargemiddelde en kan pas worden gehandhaafd na afloop van dat jaar. Zeker bij kleinere luchthavens zijn Lden-contouren voor de burger onvoorspelbaar. In andere rechtsgebieden, met name de ruimtelijke ordening zijn afstandsgrenzen gebruikelijk. Een afstand van minimaal 500 m biedt ook voldoende bescherming aan de omwonenden tegen geluidhinder door pieklawaai.
Een geluidniveau van 48 dB Lden komt overeen met 10% ernstig gehinderden. Dit wil zeggen dat bij een geluidsbelasting van 48 dB Lden vliegtuiglawaai 10 % van de mensen aangeeft ernstig gehinderd te zijn. De provincie is van mening dat het accepteren van meer dan 10 % ernstig gehinderden niet past binnen haar omgevingsdoelstellingen.

Daarnaast zullen met de exploitant van een luchthaven afspraken worden gemaakt over de aan- en afvlieg-routes, openingstijden van de luchthaven en de eventuele mogelijkheden tot medegebruik van de luchthaven door andere partijen dan de initiatiefnemers. Deze afspraken zullen worden vastgelegd in de lucht¬haven-regeling of luchthavenbesluit.

Van de afstandseis van 500 m kan alleen worden afgeweken indien de aanvrager aantoont dat de beoogde luchtvaartactiviteiten geen negatieve effecten hebben op de leefomgevingskwaliteit van de woningen en de andere geluidsgevoelige bestemmingen. Hierbij zal onder meer worden getoetst aan de optredende piekniveau’s op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Daarnaast wordt het cumulatieve effect van de beoogde vliegactiviteit meegewogen.
Met deze afstand kan worden voldaan aan het uitgangspunt van de Wet milieubeheer dat stelt dat voor piekgeluid een maximale belasting van 65 dB (A) Lmax in de avond (19:00-23:00 uur) en 70 dB(A) gedurende de dagperiode (7.00 – 19.00 uur) aanvaardbaar is.
Het landen en opstijgen tijdens de nachtperiode is in de provincie Utrecht niet toegestaan. Dit geldt overigens niet voor traumavluchten.
Een uitzondering van dit vliegverbod gedurende de nachtperiode kan ook worden gemaakt ten behoeve van bepaalde ballonvluchten.
De aanvrager voor de luchtvaartactiviteiten zal berekeningen van de geluidseffecten, de effecten op externe veiligheid en de luchtkwaliteit dienen te overleggen zoals opgenomen in het Burgerbesluit luchthavens. Op basis daarvan kan getoetst worden aan dit beleidskader.

Samenvattend
Gemotoriseerde luchtvaartactiviteiten op een luchtvaartterrein zijn binnen een afstand van 500 m van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen niet mogelijk. Hiervan kan worden afgeweken indien wordt aangetoond dat de beoogde luchtvaartactiviteiten geen negatieve effecten hebben op de leefomgevingkwaliteit van de woningen. Bij het voorgenomen gebruik mogen er geen woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de 48 Lden contour (komen te ) liggen. Voor wat betreft externe veiligheid: bij het voorgenomen gebruik mogen er geen kwetsbare objecten binnen de 10-6 Externe Veiligheidscontour (komen te) liggen. Daarnaast zijn gemotoriseerde luchtvaartactiviteiten op luchtvaartterreinen niet mogelijk indien de kernkwaliteiten rust en stilte van de stiltegebieden, de EHS en de gebieden binnen de groene contour significant worden aangetast

2. Positie trauma-, politie-, brandweer en SAR-helikopter
Indien helikopters worden ingezet in het kader van uitvoering van een wettelijke taak of bij spoedeisende hulpverlening, dan is het noodzakelijk dat zij van elk terrein mogen opstijgen of landen. Het gaat hierbij om vluchten ten behoeve van de spoedeisende medische hulpvluchten (HEMS), Search and Rescue (SAR)-vluchten en politievluchten. Om die reden vallen deze activiteiten niet onder het verbod om te landen of op te stijgen van een niet aangewezen lucht¬vaartterrein. Permanente stationering van dergelijke helikopters dient wel te geschieden op een luchthaven met een luchthavenbesluit of -regeling.
Bij luchthavens met uitsluitend een maatschappelijke of nutsfuncties (bijvoorbeeld bij ziekenhuizen) wordt het publieke belang nadrukkelijk meegewogen. Ook hierbij zal worden getoetst of de omgevingskwaliteit niet of zo min mogelijk wordt belast met de aanwezigheid van de luchthaven.