Bijlage Mobiliteitstoets
Mobiliteitsscan
Om na te gaan of de mobiliteitstoets noodzakelijk is, is het wenselijk bij elk ruimtelijk plan inzicht te geven in het aantal verplaatsingen dat die ontwikkeling tot gevolg heeft in relatie tot de capaciteit van het regionale wegennet. Als er sprake is van een (relatief) groot aantal verplaatsingen en/of het vermoeden bestaat dat er zich een knelpunt gaat voordoen op het regionale wegennet, is een mobiliteitstoets noodzakelijk

Mobiliteitstoets
Als de mobiliteitstoets noodzakelijk blijkt, is het aan te bevelen om in ieder geval in te gaan op een aantal algemene aspecten zoals:

  1. of de ruimtelijke ontwikkeling qua locatie en type mobiliteit passend is binnen het mobiliteitsbeleid van de provincie Utrecht zoals omschreven in de vigerende versie van het Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht (SMPU);
  2. of het aantal (te verwachten) verplaatsingen van de diverse modaliteiten passend is op het ontsluitende en omliggende verkeersnetwerk of dat er knelpunten ontstaan;
  3. met welke maatregel(en) wordt voorzien in een afdoende aansluiting van de locatie op het ontsluitende en omliggende verkeersnetwerk voor de diverse modaliteiten;
  4. of er voldoende financiële middelen zijn gereserveerd om de maatregelen aan het verkeersnetwerk voor de diverse modaliteiten te bekostigen;
  5. wanneer de maatregel(en) aan het verkeersnetwerk voor de diverse modaliteiten in relatie tot de ruimtelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd zodat een tijdige ontsluiting en goed functionerend verkeersnetwerk voor alle modaliteiten kan worden gewaarborgd.

Ten aanzien van auto (personen en goederen) daarnaast specifiek op:
  • de capaciteit van het omliggend autowegennet in relatie tot de extra auto¬verplaatsingen;
Ten aanzien van openbaar vervoer daarnaast ook specifiek op:
  • het kwaliteitsniveau (centrale ontsluiting, goede doorstroming) van het huidige en toekomstige openbaar vervoer (en, indien van toepassing, in relatie tot het vestigingsmilieu);
  • de bereikbaarheid en toegankelijkheid van haltevoorzieningen.
Ten aanzien van langzaam verkeer daarnaast ook specifiek op:
  • de huidige en geplande fietsinfrastructuur (binnen en buiten het plangebied);
  • de ontsluiting van de ruimtelijke ontwikkeling door langzaam verkeer routes.
Het resultaat van deze toets moet voldoende inzicht geven of de locatie (de ruimtelijke ontwikkeling) goed en tijdig is ontsloten en welke maatregelen er op het omliggende verkeersnetwerk nodig zijn.

Het inzicht in het aantal verplaatsingen dat de ruimtelijke ontwikkeling tot gevolg heeft (mobiliteitsscan) alsmede de resultaten van de mobiliteitstoets worden samen met de overige zaken met betrekking tot verkeer en vervoer opgenomen in een ruimtelijk plan.

Relevante overige zaken met betrekking tot verkeer en vervoer (mobiliteitsaspecten) die in ruimtelijke plannen aan de orde moeten komen zijn (voor zover relevant en niet al behandeld in de mobiliteitstoets zelf ):

a. verkeersveiligheid;
b. kwaliteit leefomgeving (geluidsbelasting, mede in relatie tot stiltegebieden; luchtverontreiniging; compenserende maatregelen);
c. parkeervoorzieningen voor auto en fiets;
d. vervoermanagement, parkmanagement;
e. goederenvervoer (multimodaal vervoer, overslagmogelijkheden);
f. transport gevaarlijke stoffen (in relatie tot routenet gevaarlijke stoffen);
g. randvoorwaarden vanuit wegenverordeningen (o.a. Wegenverordening provincie Utrecht 2010).

Toelichting Mobiliteitstoets

Mobiliteitsscan: Verplicht bij elke voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. Dit betekent dat in een vroegtijdig stadium (bij voorkeur al in de planvormingsfase) wordt nagegaan of de ontwikkeling leidt tot een verstoring van het functioneren van het verkeersnetwerk en dus een mobiliteitstoets noodzakelijk is.

Mobiliteitstoets: de omvang en het detailniveau van een mobiliteitstoets kunnen verschillen naar gelang de aard en omvang van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling.


Voorbeeld indeling rapportage Mobiliteitstoets

1. Beschrijving project/plan
2. Bereikbaarheidsprofiel locatie/gebied (beschrijving bestaande verkeers¬netwerken)
  • auto, openbaar vervoer, fiets (evt. voetgangers)
  • microniveau (locatie/gebied zelf)
  • mesoniveau (omliggend gebied)
3. Mobiliteitsprofiel locatie/gebied (beschrijving te verwachten aantal verplaatsingen)
  • auto, openbaar vervoer, fiets (evt. voetgangers)
4. Confrontatie mobiliteitsprofiel met bereikbaarheidsprofiel (knelpunten)
  • doorstroming
  • bereikbaarheid/toegankelijkheid
  • veiligheid
  • leefbaarheid
5. Oplossingen
6. Kosten