Paragraaf Verkeer en vervoer
Artikel 3.8 Mobiliteitstoets
1. Als ‘Mobiliteitstoets’ wordt aangewezen het gebied dat als zodanig is verbeeld op de bij deze regeling behorende kaart.
2. De toelichting op een ruimtelijk plan waarin ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien, bevat een beschrijving van het aantal verplaatsingen die deze ruimtelijke ontwikkelingen tot gevolg hebben en of er door het aantal verplaatsingen knelpunten op het ontsluitende en omliggende verkeersnetwerk voor de diverse modaliteiten kunnen ontstaan.
3. Indien uit de in het tweede lid bedoelde beschrijving blijkt dat er sprake is van relatief grote verkeerseffecten, wordt een mobiliteitstoets zoals beschreven in bijlage Mobiliteitstoets uitgevoerd.


Artikel 3.9 Luchtvaartterrein
1. Als ‘Luchtvaartterrein’ wordt aangewezen het gebied dat als zodanig is verbeeld op de bij deze regeling behorende kaart.
2. Een ruimtelijk plan bevat geen bestemmingen en regels die voorzien in nieuwvestiging van een luchtvaartterrein voor gemotoriseerd vliegverkeer, in ‘Stiltegebieden’, ‘Ecologische hoofdstructuur’, ‘Groene contour’, binnen een afstand van 500 meter van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen, tenzij uit onderzoek is gebleken dat de geluidsbelasting onder de grens blijft zoals deze in de Bijlage Luchtvaartterreinen is gesteld
3. De toelichting op een ruimtelijk plan bevat een ruimtelijke onderbouwing en de onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan.