4. Toelichting: Ruimtelijke visie

4.1 Algemeen

De hier geschetste ruimtelijke visie is gebaseerd op het Ruimtelijk plan vliegbasis Soesterberg. Dat plan is op 11 juni 2009 door ons en door de gemeenteraden van Soest en Zeist vastgesteld.

 



4.2 Natuur

Oppervlakte natuur
Het plan voorziet in een toename van het areaal natuur met ruim 60 ha. Er worden meer opstallen en verharding gesloopt dan nieuw toegevoegd.

Kwaliteit natuur: schraalgraslanden
Een belangrijke kwalitatieve drager voor de ecologische waarde van de vliegbasis is het gras langs de landingsbanen. Het gaat hier om zogenaamd schraalgrasland. Hierin komen veel zeldzame planten- en diersoorten voor. De schraalgraslanden zijn uniek in de regio en zelfs in Nederland.
Volgens de EHS-saldobenadering neemt het schraalgrasland met 7,4 ha af. Heide neemt daarentegen met 49 ha toe. Zoals ook in de EHS-saldobenadering vermeld, is er echter geen sprake van een scherpe grens tussen heide en grasland: beide typen gaan in elkaar over en vormen op verschillende locaties op de vliegbasis een mozaïek van beide typen. De overgangen en het mozaïek zijn voor veel diersoorten belangrijk leefgebied. Het type heide omvat zo ook een deel van de graslanden in de vorm van heischraal grasland en het mozaïek. Op termijn blijft daarom de totale oppervlakte schraalgrasland ten opzichte van de huidige situatie minimaal gelijk. Dit zal worden geborgd door middel van een inrichting- en beheerplan.

Kwaliteit natuur: ecologische verbindingen
Over de vliegbasis worden de oostelijke en de westelijke ecologische corridor gerealiseerd. Deze corridors verbinden de naburige grotere natuurgebieden met elkaar. Dieren en planten kunnen zich dan veilig over de Heuvelrug verplaatsen. Het Ruimtelijk plan maakt ook een derde verbindingszone mogelijk die aansluit op het Panbos bij De Bilt. De realisatie van de ecologische corridors buiten de vliegbasis, maakt onderdeel uit van het gebiedsprogramma Hart van de Heuvelrug.

De oostelijke corridor
De oostelijke corridor bevindt zich op de rand van de Soesterberg. Het is een bos- en heidecorridor. Via deze corridor kunnen bos- en heidesoorten zoals hagedissen, vlinders, reeën en het edelhert zich verplaatsen. De corridor bestaat uit een bosgedeelte aan de noordkant langs het museumkwartier en een heidegedeelte aan de zuidkant.

De westelijke corridor
De westelijke corridor loopt over de westkant van de basis, via Camp New Amsterdam en de shelters. Het is een boscorridor met als doelsoort de boommarter.
Om de corridor zo goed mogelijk te laten functioneren, worden de meeste shelters afgesloten. Ze worden rustplaats voor vleermuizen. Enkele shelters kunnen een functie krijgen als schaapskooi of voor creatieve of culturele activiteiten. Mits dat gebruik de natuurlijke rust van het gebied niet verstoort. Mocht de ecologie toch teveel worden verstoord, dan worden deze functies alsnog beëindigd.

Ecoduct bij Den Dolder
Beide ecologische corridors komen samen bij het ecoduct over het spoor bij Den Dolder. Het ecoduct wordt breder, zodat ook fietsers en voetgangers het ecoduct kunnen gebruiken. Mocht het recreatieve gebruik van het ecoduct de ecologie teveel verstoren, dan wordt dit gebruik alsnog beëindigd.

Voorkomen van verstoring
Het plangebied wordt (grotendeels) toegankelijk. Hierdoor kunnen de ecologische waarden onder druk komen te staan. Het Ruimtelijk plan voorziet in maatregelen om de rust in het gebied te beschermen:
• zorgvuldige zonering onder meer door routekeuze voor de wandel- en fietspaden en recreatieve verbinding
• vormgeving van de overgangen tussen bos en hei die als natuurlijke barrière betreding voorkomt
• vormgeving van de overgang museumkwartier - schraalgrasland die betreding ontmoedigt
• aanleg van een circa 85 meter brede groene wandel- en fietsstrook tussen de kern Soesterberg en de runway. Aan de zijde van de basis ontmoedigt de inrichting het betreden van het natuurgebied.

 



4.3 Museumkwartier

Concentratie van functies
De flank van de Soesterberg vormt het decor voor het museumkwartier. Hier is ruimte voor het defensiemuseum en het informatiecentrum voor de Utrechtse Heuvelrug. Hier komt ook de hoofdentree tot het park met parkeervoorzieningen en startpunt voor fiets- en wandelroutes. Door de activiteiten hier te bundelen concentreert de drukte zich op één plek. Op andere plekken blijft de rust hierdoor bewaard.

Defensiemuseum
De exacte situering van de gebouwen en voorzieningen binnen het museumkwartier staat nog niet vast. De bruto vloeroppervlakte van het museum is begrensd tot 50.000 m2. De verharde buitenruimte voor evenemententerrein, opstelplaatsen collectie en speelplaats heeft een oppervlakte van maximaal 31.000 m2. Grotere oppervlakten voor deze functies passen niet zonder meer binnen de EHS-saldobenadering. Hiernaast is nog wel verharding mogelijk voor andere functies zoals ontsluiting, parkeren, gedenkplaatsen en monumenten en de recreatieve verbinding.

Informatiecentrum Utrechtse Heuvelrug
De ideale plek voor het informatiecentrum voor de Utrechtse Heuvelrug is de kam van de Soesterberg. Vanaf het dakterras kunnen de bezoekers een groot deel van het gebied overzien. Andere plekken binnen het museumkwartier zijn ook mogelijk. Het ruimtebeslag van het informatiecentrum bedraagt maximaal 1000 m2.
Door het informatiecentrum duurzaam te realiseren en ter plekke informatie te geven over duurzame toepassingen in het gebied, kan het bezoekers inspireren tot en informeren over duurzame innovaties.

Andere recreatieve voorzieningen
In het museumkwartier zijn ook de volgende recreatieve voorzieningen beoogd:
• een recreatieve verbinding met halteplaats
• fiets- en wandelpaden die aansluiten op het bestaande netwerk
• natuureducatieve voorzieningen (zoals een boomkronenpad).

Radarpost
Binnen het museumkwartier is een radarpost gelegen. Deze blijft zijn militaire functie behouden.

 



4.4 Recreatie

Wandelen en fietsen
Het Ruimtelijk plan voorziet onder meer in herstel van de historische verbinding vanuit het dorp Soesterberg over de vliegbasis naar Soest als snelle fietsverbinding. Ten zuiden van de centrale runway komt ter hoogte van Soesterberg en firma Tammer een brede wandel- en fietsstrook. Deze strook is bij uitstek geschikt voor een korte wandeling vanuit Soesterberg of voor een fietstocht met uitzicht op de landingsbaan. Plaatselijk kan over de bestaande landingsbaan worden gefietst . De enorme weidsheid van het gebied en de lengte van de 3,2 km lange runway kan dan worden ervaren. In het noordelijk bosgebied zijn veel wandelpaden. Fiets- en wandelpaden sluiten aan op de regionale recreatieve routestructuur.

Zweefvliegen
Het bestaande gebruik voor zweefvliegen kan worden voortgezet. Hiervoor wordt een strook gereserveerd ten zuidwesten van het museumkwartier. De veiligheidszone voor het zweefvliegen ligt buiten het museumkwartier. De zweefvliegers maken gebruik van de centrale entree. Nieuwe infrastructuur is daardoor niet nodig. Voor de zweefvliegers wordt vlak bij het museumkwartier een onderkomen met een werkplaats en leslokaal gebouwd. Hier kan ook materiaal worden opgeslagen.

 



4.5 Bereikbaarheid

Afwikkeling autoverkeer
De hoofdentree van de heringerichte vliegbasis is gepland aan de Van Weerden Poelmanweg (de route van de voormalige hoofdtoegang van de vliegbasis). Dit is de enige auto-ontsluiting van het natuur- en recreatiegebied.
Voor een goede verkeersafwikkeling is het wenselijk dat de kruising van de Van Weerden Poelmanweg met de Amersfoortsestraat wordt verlegd, zodat de huidige ‘knik’ verdwijnt.

Markeringspunten
Op vier plekken aan de rand van de basis kunnen bijzondere markeringspunten worden gerealiseerd. Twee hiervan zijn tegelijk entreepoorten tot het gebied.

Parkeren
In het museumkwartier kan geparkeerd worden, zodat het terrein verder te voet of met de fiets verkend kan worden. Het parkeerterrein biedt plek aan 350 tot 600 auto’s en autobussen. Bij grootschalige evenementen zijn er mogelijkheden om tijdelijk extra parkeerplaatsen te realiseren, zonodig op de runway.

Aansluiting op OV
In aanvulling op het bestaande OV-netwerk wordt vanaf station Den Dolder een recreatieve verbinding gerealiseerd naar het museumkwartier. Om het dorp Soesterberg aan te sluiten op de recreatieve ontwikkelingen op de vliegbasis loopt deze verbinding door tot in het centrum van Soesterberg.
 



4.6 Woningbouw

Waarom woningbouw
De woningbouw:
• bekostigt de realisatie van het Ruimtelijk Plan voor een groot deel
• versterkt de bestaande kern
• geeft Soesterberg een mooie dorpsrand
• geeft een ruimtelijke en economische impuls aan de directe omgeving.

Bij de locatiekeuze is uitgegaan van de ruimtelijke kwaliteit: de natuur krijgt voorrang. Dit heeft geleid tot drie locaties aan de rand van de vliegbasis.
De ontsluiting van de woningbouw wordt in samenhang met onder meer het masterplan voor het dorp Soesterberg en de ontsluitingsbehoefte van CNA uitgewerkt.

Woonwijk grenzend aan kern Soesterberg
Grenzend aan Soesterberg-Noord is een woonwijk gepland waarbij op 15,5 ha ongeveer 440 woningen worden gebouwd.

Dolderseweg
Langs de Dolderseweg kunnen vier vrije kavels worden uitgegeven.

Van Weerden Poelmanweg
De derde bouwlocatie op het terrein van de vliegbasis is de hoek tussen de Amersfoortsestraat en de Van Weerden Poelmanweg, vlak naast de huidige Spottershill. Deze locatie is bedoeld voor zorgwoningen, bedrijvigheid of reguliere woningbouw. 



4.7 Duurzame herontwikkeling

Samen met de gemeenten Soest en Zeist streven wij naar een duurzame herontwikkeling van de vliegbasis. Dit houdt onder meer het volgende in.
• een zorgvuldig traject met ruimte voor afstemming met betrokkenen, waarin voortdurend naar een balans wordt gezocht. Natuur(ontwikkeling) ligt op de ene schaal van die balans. Wonen en recreatie op de andere schaal.
• we maken keuzes die toekomstbestendig zijn. We grijpen in het gebied in, maar op zo’n manier dat ook toekomstige generaties van het gebied kunnen genieten.
• we laten de beoogde veranderingen in de natuur deels hun eigen tijdspad volgen. Het gewenste eindbeeld kunnen we bijna geheel natuurlijk realiseren. Mits we goed kijken naar de natuurlijke ontwikkelingstijd en spelen met de verdeling in rustige en drukkere zones, routing en intensiteit van begrazing.

De herontwikkeling biedt kansen voor het toepassen van het ‘cradle to cradle’ concept en voor duurzaam en energiepositief bouwen en voor hergebruik van puin- en sloopafval.  Het is gewenst in een vroeg stadium de mogelijkheden voor hergebruik en ‘werk met werk’ te maken bij sloop in beeld te brengen. Het streven is sloopafval zoveel mogelijk binnen het terrein te gebruiken.