2. Beleid

2.1. Provinciaal belang

• Ecologische hoofdstructuur
- de Ecologische Hoofdstructuur (inclusief gebieden die vallen onder de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en Habitat-richtlijngebieden) hebben wij begrensd met een zogenoemde groene contour. Binnen de groene contour geldt het “nee, tenzij”-regime en kan op gebiedsniveau de EHS-saldobenadering worden toegepast;
- nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid van deze gebieden zijn niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang (het “nee, tenzij”-regime);
- om een meer ontwikkelingsgerichte aanpak te bevorderen kan -onder voorwaarden- op gebiedsniveau een “nee, tenzij”-afweging worden gemaakt (saldobenadering).

Landschap
Onze doelen voor het landschap zijn:
– het behouden en versterken van de identiteit van de verschillende landschapstypen;
– het vernieuwen van het landschap, met herkenning van het verleden.

Waterhuishouding
- bij functiewijzigingen in gebieden die van belang zijn voor de waterwinning (100-jaarszones, waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden) moet rekening worden gehouden met het waterwinbelang.
- op de hele Heuvelrug mogen, vanwege het grote belang van schoon water voor drinkwater en natuur, in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die een bedreiging vormen voor de grondwaterkwaliteit.
- als op basis van een integrale afweging toch voor een functie wordt gekozen die risico’s met zich meebrengt voor de grondwaterkwaliteit, moeten maatregelen worden genomen om emissie naar grondwater te voorkomen.

Wonen
- de verstedelijkingsambities moeten plaatsvinden binnen de rode contouren.
 



2.2 Landelijk gebied 3

beleid landelijk gebied 3

Het in het streekplan 2005-2015 opgenomen beleid voor Landelijk gebied 3 is hier van toepassing. Samengevat komt dit neer op het volgende:

Karakteristiek: afwisselend en landschappelijk waardevol gebied met verweving van natuur en dagrecreatie.

Accent natuur:
• versterking van actuele en potentiële natuurwaarden;
• behoud en ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden;
• aanleg van ecologische verbindingszones als onderdeel van de EHS;
• reguliere bosexploitatie is mogelijk.

Accent recreatie:
• recreatief (mede)gebruik en routestructuren;
• recreatief-toeristische voorzieningen voor dagrecreatie zijn mogelijk als onderdeel van een integraal plan waaruit de ruimtelijke kwaliteitswinst blijkt (onder meer voor kernkwaliteiten landschap);
• verblijfsrecreatie is niet toegestaan.

Accent water en milieu: het beleid is afgestemd op de lokaal aanwezige functies, rekeninghoudend met aanwezige waarden.

Accent cultuurhistorie: behoud en versterking van de cultuurhistorische waarden.

Aanvullend hierop geldt het volgende:
Deze gronden maken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Het in het streekplan 2005-2015 voor de EHS verwoorde beleid is hier van toepassing. Bij ontwikkelingen binnen Landelijk gebied 3 gelden de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering. De totale natuurkwaliteit en kwantiteit moet toenemen, dan wel gelijk blijven ten opzichte van de huidige situatie. Het areaal schraalgrasland mag op het niveau van het plangebied niet afnemen.

Opstallen met cultuurhistorische waarde kunnen een functie krijgen die past bij de karakteristiek van het gebied, mits daarmee de cultuurhistorische waarde wordt gegarandeerd, met inachtneming van de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering.

Enkele shelters mogen worden gebruikt als schaapskooi of voor creatieve en culturele activiteiten, voorzover dit te verenigen is met de natuurwaarden van de vliegbasis.

Evenementen zijn toegestaan voorzover ze passen binnen de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering.
Bij grootschalige evenementen is tijdelijk extra parkeerruimte toegestaan. Zo nodig kan de verharding van de voormalige runways hiervoor worden benut.

In de directe omgeving van het museumkwartier zijn natuureducatieve voorzieningen toegestaan (bijvoorbeeld een deel van een boomkronenpad) en een kleinschalig onderkomen en opslagmogelijkheden voor de zweefvliegvereniging.



toelichting landelijk gebied 3

Het grootste deel van de voormalige vliegbasis is aangeduid als Landelijk gebied 3. De begrenzing van deze aanduiding komt overeen met die in het streekplan 2005-2015. Hieraan is toegevoegd de strook langs de Dolderseweg. Deze is in het streekplan Landelijk gebied 4. Hier was de westelijke corridor gepland. Deze loopt nu over de vliegbasis. Daarmee is de noodzaak van de Landelijk gebied 4 aanduiding voor de smalle strook langs de Dolderseweg vervallen. De huidige waarde van deze strook (een 40 meter brede strook bos met enkele gebouwen en tuinen, begrensd door de Doldersweg en de vliegbasis) rechtvaardigt ook geen aanduiding Landelijk gebied 4.

Landelijk gebied 3 is een basisaanduiding. Plaatselijk vallen andere aanduidingen hier mee samen. Waar dit speelt, geldt behalve het beleid van Landelijk gebied 3, ook dat van de betreffende andere aanduidingen. Dat zijn verbijzonderingen op het hiervoor beschreven beleid voor Landelijk gebied 3.

Het Ruimtelijk plan voor de vliegbasis is het bij het beleid (accent recreatie) genoemde integrale plan.

Binnen Landelijk gebied 3 worden delen van de ecologische corridors gerealiseerd. Onderdeel hiervan is de westelijke corridor over het Camp New Amsterdam. Deze deelt dit militaire bedrijfsterrein in twee delen. De beide delen kunnen via een weg met elkaar worden verbonden. Dit mag niet ten koste gaan van het functioneren van de ecologische verbinding op het ambitieniveau Boommarter.
 

Van belang is dat het betreden van de schraalgraslanden vanaf het museumkwartier wordt ontmoedigd. Inrichtingsmaatregelen kunnen dit ondersteunen.

De voormalige vliegbasis is de bakermat van de Nederlandse luchtvaart. Het gebied herinnert aan de militaire luchtvaartgeschiedenis met Nederlandse, Duitse en Amerikaanse invloeden. Meerdere gebouwen zijn cultuurhistorisch waardevol. Het is gewenst deze waarden zoveel mogelijk als uitgangspunt te hanteren voor de inrichting en te behouden.



2.3 Landelijk gebied 4

beleid landelijk gebied 4

Het in het streekplan 2005 -2015 opgenomen beleid voor landelijk gebied 4 is hier van toepassing. Samengevat komt dit neer op het volgende:

Karakteristiek: bestaande natuurgebieden en gebieden die in de komende periode als nieuwe natuur zullen worden ingericht, beide vaak met recreatief medegebruik.

Accent natuur:
• behoud van bestaande en ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden staan centraal;
• reguliere bosexploitatie blijft mogelijk;
• aanleg van ecologische verbindingszones als onderdeel van de EHS.

Accent recreatie:
• extensief recreatief medegebruik (wandelen, fietsen) en bijbehorende kleinschalige recreatieve voorzieningen zijn mogelijk, tenzij dit vanwege zwaarwegende ecologische belangen niet acceptabel is;
• geen nieuwvestiging van grootschalige recreatief-toeristische voorzieningen;
• uitbreiding van recreatie alleen als onderdeel van een integraal plan waaruit de winst voor de ruimtelijke kwaliteit blijkt.

Accent water en milieu: dit beleid is afgestemd op de hoofdfunctie natuur.

Accent cultuurhistorie: behoud en versterking van de cultuurhistorische waarden.

Aanvullend hierop geldt het volgende:
Deze gronden maken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Het in het streekplan 2005 - 2015 voor de EHS verwoorde beleid is hier van toepassing. Bij ontwikkelingen binnen landelijk gebied 4 gelden de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering. De totale natuurkwaliteit en kwantiteit moet toenemen, dan wel gelijk blijven ten opzichte van de huidige situatie. Het areaal schraalgrasland en eikenstrubbenbos mag op het niveau van het plangebied niet afnemen.

Opstallen met cultuurhistorische waarde kunnen een functie krijgen die past bij de karakteristiek van het gebied, mits daarmee de cultuurhistorische waarde wordt gegarandeerd, met inachtneming van de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering.

Evenementen zijn toegestaan voorzover ze passen binnen de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering.

In de directe omgeving van het museumkwartier zijn natuureducatieve voorzieningen toegestaan (bijvoorbeeld een deel van een boomkronenpad) en een kleinschalig onderkomen en opslagmogelijkheden voor de zweefvliegvereniging.



toelichting landelijk gebied 4

Het noordoostelijk deel van de voormalige vliegbasis is aangeduid als Landelijk gebied 4. De begrenzing van deze aanduiding komt overeen met die in het streekplan 2005-2015.
Landelijk gebied 4 is een basisaanduiding. Plaatselijk vallen andere aanduidingen hier mee samen. Waar dit speelt, geldt behalve het beleid van Landelijk gebied 4, ook dat van de betreffende andere aanduidingen. Dat zijn verbijzonderingen op het beleid voor Landelijk gebied 4.

Het Ruimtelijk plan voor de vliegbasis is het bij het beleid genoemde integrale plan. De plannen voor bijvoorbeeld het museumkwartier zijn mogelijk, mits wordt voldaan aan de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering.

Binnen landelijk gebied 4 worden delen van de ecologische corridors gerealiseerd.

De voormalige vliegbasis is de bakermat van de Nederlandse luchtvaart. Het gebied herinnert aan de militaire luchtvaartgeschiedenis met Nederlandse, Duitse en Amerikaanse invloeden. Meerdere gebouwen zijn cultuurhistorisch waardevol. Het is gewenst deze waarden zoveel mogelijk als uitgangspunt te hanteren voor de inrichting en te behouden.



2.4 Open landschap

beleid open landschap

Behoud van de grootschalige openheid. Opgaande bebouwing en meer omvangrijke bebossing is hier ongewenst.



toelichting open landschap

De grote openheid van de vliegbasis te midden van de overwegend gesloten Utrechtse Heuvelrug is een waardevol element van het landschap. Dit heeft grote belevingswaarde. Behoud en waar mogelijk versterking van het kunnen beleven en ervaren van de openheid is belangrijk.



2.5 Museumkwartier

beleid museumkwartier

Hier zijn toegestaan:
• een museum met een totale bruto vloeroppervlakte van maximaal 50.000 m2
• een informatiecentrum met een ruimtebeslag van maximaal 1000 m2
• voorzieningen ten behoeve van het museum en het informatiecentrum
• een oppervlakte verharde buitenruimte ten behoeve van evenemententerrein, opstelplaats collectie en speelplaats van maximaal 31.000 m2 bedragen
• aan het museum gerelateerde horeca
• een recreatieve verbinding met halteplaats
• wandel- en fietspaden
• natuureducatieve voorzieningen (zoals bijvoorbeeld een boomkronenpad)
• de bestaande radarinstallatie
• monumenten en gedenkplaatsen

Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moeten worden rekening gehouden.

Duurzaamheid staat voorop bij de inrichting.

Opstallen met cultuurhistorische waarde kunnen een functie krijgen die past bij de karakteristiek van het gebied, mits daarmee de cultuurhistorische waarde wordt gegarandeerd, met inachtneming van de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering.

Voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte voor museumbezoekers en de niet-museale recreanten. Bij grootschalige evenementen is tijdelijk extra parkeerruimte toegestaan.



toelichting museumkwartier

Het museumkwartier is de hoofdentree voor de voormalige vliegbasis. Vanaf hier vertrekken wandel- en fietsroutes. Defensie laat hier het defensiemuseum realiseren. In een samenwerkingsovereenkomst (7 mei 2009) hebben Defensie, provincie en de gemeenten Soest en Zeist afspraken gemaakt over de inrichting van onder meer het museumkwartier. De structuurvisie is in overeenstemming met deze afspraken. De afspraken hebben o.m. betrekking op de oppervlakte aan verharding. Ten behoeve van evenemententerrein, opstelplaats voor de collectie en een speelplaats mag maximaal 31.000 m2 worden verhard. Daarnaast is verharding mogelijk voor andere functies zoals ontsluiting, parkeren, gedenkplaatsen en monumenten en de recreatieve verbinding.

Een informatiecentrum voor de Utrechtse Heuvelrug en natuureducatieve voorzieningen (bijvoorbeeld een boomkronenpad) horen bij de recreatief/toeristische inrichting.

In het museumkwartier is al een radarinstallatie aanwezig. Het militaire gebruik moet onbelemmerd kunnen worden voorgezet. Dit kan ook gepaard gaan met verlichting gedurende de nacht.
Daarnaast zijn er enkele aan Defensie gerelateerde monumenten en gedenkplaatsen. Ook deze blijven bestaan.

In het gebied liggen ook enkele opstallen met cultuurhistorische waarde. Handhaving daarvan is gewenst, maar alleen zinvol als dit gepaard gaat met gebruik van de opstal. Dit gebruik moet passen bij de karakteristiek en het beoogde gebruik van het gebied en garanties bieden dat de cultuurhistorische waarden behouden blijven.

In het gebied wordt een deel van de recreatieve verbinding aangelegd en een halteplaats.

Van belang is dat het betreden van de schraalgraslanden vanaf het museumkwartier wordt ontmoedigd. Inrichtingsmaatregelen kunnen dit ondersteunen.

Door het informatiecentrum duurzaam te realiseren en te richten op duurzame toepassingen in het gebied, kan het bezoekers inspireren tot en informeren over duurzame innovaties.

Bij grootschalige evenementen is tijdelijk extra parkeerruimte toegestaan. Zo nodig kan de verharding van de voormalige runways hiervoor worden benut.



2.6 Markeringspunt

beleid markeringspunt

Hier is een markeringspunt (entreegebouw, uitkijkpunt) van beperkte omvang toegestaan. Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet rekening worden gehouden. Alleen bij het markeringspunt bij de kern Soesterberg is een kleinschalige horecafunctie aanvaardbaar.



toelichting markeringspunt

Op vier karakteristieke punten op de vliegbasis kunnen markeringspunten worden gerealiseerd. Deze versterken de herkenbaarheid van het gebied, bijvoorbeeld door zelfde materiaalgebruik. Ze kunnen worden benut als bijvoorbeeld entreegebouw of als uitkijktoren.



2.7 Recreatieve verbinding

beleid recreatieve verbinding

Hier is een voorziening toegestaan die noodzakelijk is om een op het OV-netwerk aansluitende verbinding te realiseren tussen station Den Dolder, het museumkwartier en de kern Soesterberg.
Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet rekening worden gehouden.



toelichting recreatieve verbinding

Het is gewenst dat de bezoekers van de vliegbasis en het museumkwartier zo weinig mogelijk met eigen vervoer komen. Daarvoor is een verbinding nodig tussen station Den Dolder en het museumkwartier. De verbinding loopt door tot in de kern Soesterberg om zo ook een recreatieve impuls aan het dorp te geven. Nog niet duidelijk is op welke wijze deze verbinding vorm wordt gegeven.



2.8 Zweefvliegen

beleid zweefvliegen

Het starten en landen van zweefvliegtuigen is hier toegestaan. Het met een gemotoriseerde vliegtuigen optrekken van zweefvliegtuigen mag maximaal 500 keer per jaar (1.000 vliegbewegingen). Andere gebruik van gemotoriseerde vliegtuigen is hier niet toegestaan.
Aanvullende infrastructuur voor het zweefvliegen is ongewenst.

Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet worden rekening gehouden.



toelichting zweefvliegen

De reeds lang bestaande zweefvliegactiviteiten kunnen hier worden voortgezet. De zweefvliegers kunnen gebruik maken van de centrale entree en infrastructuur, onder dezelfde condities als andere bezoekers. Het aantal gemotoriseerde vliegbewegingen komt overeen met de huidige vergunning.
Grenzend aan het museumkwartier is een locatie voor een onderkomen en opslag toegestaan.



2.9 Recreatieve uitloopstrook

beleid recreatieve uitloopstrook

Deze strook kan worden ingericht en gebruikt als recreatief uitloopgebied (wandelen, fietsen). De inrichting van de strook moet het betreden van het natuurgebied ontmoedigen.

Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet rekening worden gehouden.



toelichting recreatieve uitloopstrook

De bewoners van de kern Soesterberg moeten in een aantrekkelijk gebied een ommetje kunnen maken. Tegelijk moet verstoring door wandelaars, honden e.d. van de schraalgraslanden worden voorkomen. De recreatieve uitloopstroken worden zo ingericht dat aan beide wensen wordt voldaan.



2.10 Stedelijk Gebied

beleid stedelijk gebied

Het in het streekplan 2005-2015 opgenomen beleid voor stedelijk gebied is hier van toepassing.
Duurzaamheid staat voorop bij de inrichting.
De aanwezige voormalige brandweerkazerne en verkeerstoren hebben cultuurhistorische waarden. Behoud hiervan is gewenst.

Deze gronden maken geen onderdeel meer uit van de EHS.



toelichting stedelijk gebied

De realisatie van het Ruimtelijk Plan wordt grotendeels bekostigd door woningbouw. Dit gebied is daarvoor een belangrijke locatie.

De planvorming van de vliegbasis wordt duurzaam ingevuld, ook de woningbouw. De inrichting van het gebied moet passen bij de kwaliteit van het gebied en bijdragen aan een mooie dorpsrand. Door het gebied is een groene zone met een fietsverbinding gepland.

Uitgangspunt voor het streekplan 2005 -2015 is dat de gronden binnen de rode contour geen onderdeel uitmaken van de EHS. Het schrappen van de EHS-status van deze gronden is meegenomen in de EHS-saldobenaderingstoets.

Milieucontouren van bedrijven in Soesterberg-Noord en CNA leggen beperkingen op aan woningbouw in delen van dit gebied.



2.11 Rode Contour

toelichting rode contour

In het streekplan is vastgelegd dat verstedelijkingsambities moeten plaatsvinden binnen de rode contour. De rode contour is zo gesitueerd dat er voldoende ruimte is voor de beoogde woningbouwontwikkeling, met voldoende mogelijkheden voor ruimtelijke kwaliteit. Het resterende deel van het plangebied is van voldoende omvang om te voldoen aan de EHS-saldobenadering.



2.12 Wonen Dolderseweg

beleid wonen Dolderseweg

Hier zijn enkele woningen toegestaan. Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet rekening worden gehouden.
Duurzaamheid staat voorop bij de inrichting. Met het belang van de grondwaterkwaliteit moet rekening worden gehouden.



toelichting wonen Dolderseweg

De realisatie van de herinrichting van de vliegbasis wordt grotendeels bekostigd door woningbouw. Dit is een van de locaties daarvoor.
Het gebied is gelegen in een 100-jaarszone grondwater.



2.13 Wonen, werken of zorg Amersfoortseweg

beleid wonen, werken of zorg Amersfoortseweg

Hier is bebouwing toegestaan voor wonen, werken en zorg. Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet rekening worden gehouden.
Duurzaamheid staat voorop bij de inrichting. Met het belang van de grondwaterkwaliteit moet rekening worden gehouden.



toelichting wonen, werken of zorg Amersfoortseweg

De realisatie van de herinrichting van de vliegbasis wordt grotendeels bekostigd door rode functies. Dit is een van de locaties daarvoor. Op deze locatie kan dit worden gerealiseerd in de vorm van wonen, werken of zorghuisvesting. Een combinatie van deze functies is ook mogelijk.
Het gebied is gelegen in een 100-jaarszone grondwater.



2.14 Wegtracé

beleid wegtracé

De verlegde Van Weerden Poelmanweg is hier toegestaan. Met de vereisten vanuit de EHS-saldobenadering moet rekening worden gehouden.



toelichting wegtracé

Voor een goede verkeersafwikkeling is het gewenst dat de kruising van de Van Weerden Poelmanweg met de Amersfoortsestraat wordt verlegd, zodat de huidige 'knik' verdwijnt. Ook kan het nodig zijn de verkeersaansluiting van het museumkwartier op de Van Weerden Poelmanweg te herconstrueren.



2.15 Grondwaterbescherming

beleid grondwaterbescherming

Bij functiewijziging in deze 100-jaarszone moet rekening worden gehouden met het waterwinbelang.



toelichting grondwaterbescherming

Voor de drinkwatervoorziening is het noodzakelijk de kwaliteit van het grondwater veilig te stellen. De Provinciale Milieuverordening stelt eisen ter bescherming van dit belang.
Bij de aanleg van verharding vragen de gevolgen voor de infiltratie aandacht.



2.16 EHS-kaart: bestaande natuur

beleid EHS-kaart: bestaande natuur

Het in het streekplan 2005-2015 opgenomen beleid voor EHS – bestaande natuur is hier van toepassing.



toelichting EHS-kaart: bestaande natuur

Vanwege de militaire luchtvaartfunctie heeft de vliegbasis op de EHS-kaart in het streekplan 2005-2015 de aanduiding ‘bestaande natuur (militair terrein)’. Dit is in deze herziening gewijzigd in ‘bestaande natuur’. Hierop bestaan twee uitzonderingen:
• Voor de gronden die in deze herziening zijn aangeduid als stedelijk gebied is de EHS-aanduiding vervallen. Uitgangspunt voor het streekplan 2005-2015 is dat de gronden binnen de rode contour geen onderdeel kunnen uitmaken van de EHS. Het schrappen van de EHS-status van deze gronden is meegenomen in de EHS-saldobenaderingstoets.
• Voor de gronden binnen de ecologische verbinding in Camp New Amsterdam en de radarpost binnen het museumkwartier is de aanduiding ‘bestaande natuur (militair terrein)’gehandhaafd. Dit in overeenstemming met het gebruik.



2.15 Titel