Hoofdstuk 4 Uitvoering Beleid Nationale Landschappen

4.1 Implementatie kernkwaliteiten

De wijze waarop de kernkwaliteiten dienen door te werken in planologisch beleid op met name lokaal niveau wordt nader verkend in het Ruimtelijk Actieprogramma bij het streekplan (RAP 2008-2011). In project 5 “Kwaliteit Nationale en Provinciale Landschappen” wordt gewerkt aan een brede implementatie van de kernkwaliteiten van de Nationale Landschappen, zodat deze behouden en versterkt worden en bij nieuwe ontwikkelingen als uitgangspunt gelden. Dit gebeurt in een kwaliteitsgids Utrechtse landschappen. De kwaliteitsgids bevat katernen voor de Nationale Landschappen Groene Hart, Stelling van Amsterdam, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Rivierengebied, Arkemheen-Eemland, voor het provinciaal landschap Utrechtse Heuvelrug en voor overige delen van Utrecht (m.n. Gelderse Vallei). In de uitwerking van de kwaliteitsgids Utrechtse landschappen worden ook de Snelwegpanorama´s meegenomen.

Als verdere doorvertaling van deze partiële herziening worden in de kwaliteitsgids de kernkwaliteiten inhoudelijk samen met de gebieden verder uitgewerkt en wordt aangegeven hoe met ontwikkelingen in het landschap dient te worden omgegaan. De kwaliteitsgids is een onderlegger voor de integrale structuurvisie. De kwaliteitsgids levert een kwaliteitskader op voor ontwikkeling en behoud van het landschap wat via de Provinciale Ruimtelijke Verordening door gaat werken in bestemmingsplannen. Het RAP-project heeft ook een communicatiespoor wat bestaat uit publieks- en stimuleringsactiviteiten om het draagvlak van de Utrechtse landschappen te vergroten.

In het Groene Hart zijn en worden de kernkwaliteiten door de diverse Groene Hartpartijen, waaronder de gemeenten en provincies, uitgewerkt in de Kwaliteitsatlas Groene Hart. Dit is een digitaal en levend document dat met beelden laat zien hoe de vier kernkwaliteiten er in het veld uitzien. De kwaliteitsatlas vormt een belangrijke inspiratiebron voor de beeldkwaliteitparagraaf die bij diverse ruimtelijke ontwikkelingen opgesteld moet worden. De drie provincies werken ieder voor zich de Kwaliteitsatlas Groene Hart verder uit. De provincie Utrecht doet dit in de Kwaliteitsgids Utrechtse landschappen. In de kwaliteitsatlas wordt ook aandacht besteed aan de snelwegpanorama’s. Het rijksbeleid hiervoor is nog niet verwerkt in deze structuurvisie, omdat dit nieuw beleid betreft ten opzichte van het streekplan. Dit onderwerp wordt meegenomen in de nieuwe integrale structuurvisie.

Via de voorliggende partiële herziening en de doorwerking in de eerste herziening van de provinciale ruimtelijke verordening wordt een voorlopige borging van de kernkwaliteiten vastgelegd. De verdere borging wordt vormgegeven via de nieuwe integrale structuurvisie die de provincie Utrecht in de nieuwe Statenperiode op gaat stellen en die door gaat werken in de provinciale ruimtelijke verordening.



4.2 Monitor migratiesaldo nul

Voor het volgen van woningbouw in de nationale landschappen Groene Hart, Arkemheen-Eemland en Rivierengebied in relatie tot migratiesaldo nul brengen wij jaarlijks de ontwikkelingen van realisatie en planvorming op het gebied van woningbouw in kaart. Deze monitoring geeft ons inzicht en daarmee sturingsmogelijkheden in relatie tot migratiesaldo nul voor onze delen van de nationale landschappen.

In het Groene Hart wordt de monitoring van realisatie en planvorming op het gebied van woningbouw (en bedrijventerreinen) gezamenlijk met de andere Groene Hartprovincies uitgevoerd. De monitor maakt het hierdoor mogelijk om de gevolgen van voor woningbouw en bedrijventerreinen relevante ontwikkelingen niet meer op het niveau van de afzonderlijke provincies te beoordelen, maar op het niveau van het hele Groene Hart. Hiermee biedt de monitor de beste garantie voor een verdeling van de woningen binnen het Groene Hart die is afgestemd op zowel de kernkwaliteiten, als op de actuele ontwikkelingen en de verschillen in bevolkingsgroei tussen deelgebieden in het Groene Hart.



4.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening

De begrenzing en kernkwaliteiten van de nationale landschappen, zoals opgenomen in deze partiële herziening van de structuurvisie, worden opgenomen in onze Provinciale Ruimtelijke Verordening om doorwerking naar bestemmingsplannen en projectbesluiten van gemeenten te bewerkstelligen.



4.4 Uitvoeringsprogramma's

De uitvoering van het beleid voor de nationale landschappen verloopt grotendeels via uitvoeringsprogramma’s voor deze landschappen. Hierna is hiervan een overzicht gegeven.

Arkemheen-Eemland
Bij de uitvoering in het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland ligt de focus op projecten die bijdragen aan het behouden en de ontwikkeling van de kernkwaliteiten van het gebied. In mei 2007 heeft de toenmalige stuurgroep van het nationaal landschap de visie ‘Open en Vitaal’ vastgesteld, een integrale visie op de ontwikkeling van het landelijk gebied van Arkemheen-Eemland. Deze visie is vertaald in een gebiedsprogramma 2007-2013 (opgenomen in het gebiedsprogramma Vallei en Eemland) waar op hoofdlijnen staat beschreven welke maatregelen worden genomen. Ieder jaar wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld. Het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland wordt aangestuurd door het bestuurlijk platform waar alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. De coordinatie van de uitvoering wordt verzorgd door de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV).

Groene Hart
Voor de uitvoering van projecten in het Groene Hart hebben de drie Groene Hartprovincies in december 2006 een uitvoeringsprogramma 2007-2013 vastgesteld. Met dit programma ontwikkelen de drie provincies samen met andere partijen een landschappelijk mooi, ecologisch waardevol en economisch vitaal Groene Hart, waarin het voor inwoners en recreanten goed toeven is. De focus van het programma zijn tien icoonprojecten waarmee aansprekende en zichtbare resultaten bereikt kunnen worden. Daarnaast zijn thema’s als monitoring, kwaliteitsatlas en gebiedsontwikkeling opgenomen, waardoor de uitvoering van de Voorloper Groene Hart mee kan lopen met dit programma. Uitvoering in het Groene Hart vindt plaats onder coordinatie van het programmabureau Groene Hart wat opgericht is door de drie Groene Hartprovincies. Besluitvorming vindt plaats via de Stuurgroep Groene Hart waarin gedeputeerden uit de drie Groene Hartprovincies zitting hebben.

Droogmakerij Groot Mijdrecht Noord
Voor omgaan met de problematiek in de polder Groot Mijdrecht Noord (o.a. veel brakke kwel met gevolgen voor de waterkwaliteit in de omgeving en bodemdaling) wordt Plan de Venen en Herijkt Plan de Venen 2007 uitgevoerd. Hiermee wordt de natuuropgave die de provincie heeft in dit gebied gerealiseerd. Om de problemen van de zoute kwel enigszins te beperken, worden voor de korte termijn technische maatregelen onderzocht. Voor de langere termijn wordt aangesloten bij de verkenning van het Rijk naar oplossingen voor een duurzame zoetwatervoorziening in Nederland.

Droogmakerij Bethunepolder
In de Bethunepolder is, vanwege de lage ligging en de gevolgen daarvan voor de waterhuishouding, onderzoek gedaan naar de mogelijk te nemen maatregelen of functieverandering en hoe om te gaan met de rol die de Bethunepolder heeft voor de drinkwatervoorziening van Amsterdam. De conclusie is, dat de functie die de Bethunepolder in het streekplan heeft (landelijk gebied 4, c.q. bestaande en nieuwe natuur), kan worden gehandhaafd. De waterwinning in zijn huidige vorm kan doorgaan.

Metropolitane Landschappen: Recreatie om de Stad
In de delen van de metropolitane landschappen die het dichtst bij de steden liggen wordt de RodS-opgave uitgevoerd (Recreatie om de Stad). In de rest van deze gebieden starten in de looptijd van deze structuurvisie geen aparte uitvoeringsacties.

Waarden en Venen
Voor de Waarden en de Venen lopen diverse gebiedsprogramma’s waarin complexe opgaven voorliggen, inclusief het afremmen van de bodemdaling en het realiseren van een robuust watersysteem. Het gaat onder andere om het programma Westelijke Veenweiden.

Nieuwe Hollandse Waterlinie
Voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) is op nationaal niveau het Linieperspectief het Panorma Krayenhoff opgesteld. In het linieperspectief is de nationale visie op de ontwikkeling van de NHW vastgelegd. Voor de uitvoering van het Linieperspectief is de linie in zeven deelgebieden opgedeeld: projectenveloppen. De projectenveloppen in Utrecht zijn: Vechtstreek Zuid, Kraag van Utrecht, Rijnauwen-Vechten en Linieland. Elke projectenveloppe worden bestuurlijk aangestuurd door een enveloppecommissie. Voor elke enveloppe is op basis van het linieperspectief een gebiedsprogramma en een projectenatlas opgesteld. Op nationaal niveau is de Liniecommissie ingesteld, hierin zitten diverse ministeries en de vijf NHW-provincies. De liniecommissie stuurt de ontwikkeling van de gehele NHW in lijn met het linieperspectief. Voor de uitvoering zijn middelen beschikbaar vanuit het rijk, provincie en de regio. Voorbeelden van projecten: restauratie en herontwikkeling fort aan de klop, ontwikkeling liniecentrum fort bij vechten en recretieve ontwikkeling en ontsluiting Linieland.

Rivierengebied
Voor de uitvoering van projecten in het Rivierengebied hebben de provincies Gelderland en Utrecht een Koepelnotitie 2007 - 2013 vastgesteld en per provincie een eigen uitvoeringsprogramma gemaakt. Met de Koepelnotitie is de basis gelegd voor het ontwikkelen van een landschappelijk mooi Rivierengebied dat goed toegankelijk is en waarin hoogwaardig gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden. Het uitvoeringsprogramma voor het Utrechtse deel van het Rivierengebied richt zich op een beperkt aantal blikvangende uitvoeringsprojecten die een zichtbare voorbeeldfunctie hebben voor de ontwikkeling van het landschap. De focus ligt daarbij op landschaps- en cultuurhistorische elementen, de bijzondere aders Kromme Rijn en Lek / Nerderrijn en de recreatieve beleving van het Rivierengebied. In de uitvoering is samenwerking gezocht met gebiedspartijen. Op het gebied van communicatie wordt actief samenwerking gezocht met de provincie Gelderland teneinde het Utrechtse deel van het Rivierengebied, de Kromme Rijnstreek, positief onder de aandacht te brengen. Uitvoering van de projecten vindt plaats onder coordinatie van het Streekhuis Kromme Rijn. Besluitvorming vindt via de AVP-lijn in de gebiedscommissie plaats.

Stelling van Amsterdam
De Stelling van Amsterdam ligt grotendeel in de provincie Noord-Holland. Deze provincie is de primaire trekker van het Uitvoeringsprogramma Stelling van Amsterdam 2009-2013. De uitvoering in het gehele nationale landschap richt zich op het vergroten van de publieke toegankelijkheid, restauratie en behoud, landschappelijke herkenbaarheid, economische benutting en communicatie en marketing. Deze uitvoering wordt op Utrechts grondgebied vormgegeven door Gebiedscommissie De Venen. In het Gebiedsprogramma De Venen 2007-2013 zijn doelen en middelen opgenomen voor deze uitvoering. In jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s van de Venen wordt deze inzet geconcretiseerd. Het Gebiedsprogramma richt zich op de versterking van de sociaal-economische en ecologische vitalisering van het gebied de Venen, binnen het Nationaal Landschap Groene Hart. Behoud en ontwikkeling van het landschap en de cultuurhistorie is daarbij een integrale opgave.