Hoofdstuk 2 Plangebied en provinciaal belang

2.1 Plangebied en planperiode

De Structuurvisie Nationale Landschappen heeft betrekking op de (delen van de) nationale landschappen die gelegen zijn in de provincie Utrecht. Alleen die delen van de provincie zijn beschreven. De overige delen van onze provincie zijn niet meegenomen in deze structuurvisie.

Het beleid in de Structuurvisie Nationale Landschappen heeft betrekking op de resterende looptijd van het streekplan en vormt een nadere uitwerking (geen vervanging) van het beleid op de onderdelen begrenzing, kernkwaliteiten en migratiesaldo nul van / in de nationale landschappen. Voor migratiesaldo nul beschrijven wij alleen de woningbouwcomponent. Ons beleid voor bedrijventerreinen in de nationale landschappen is op dit moment voldoende op orde en passen wij pas aan in een nieuwe integrale structuurvisie.



2.2 Begrenzing

De begrenzing van de nationale landschappen in de provincie Utrecht nemen we over uit de Nota Ruimte (Groene Hart), de Voorloper Groene Hart (deelgebieden binnen het Groene Hart) en de Streekplanuitwerking Nationale Landschappen (Arkemheen-Eemland, Rivierengebied, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam). Voor het Groene Hart wordt een nadere begrenzing van de deelgebieden Droogmakerijen, Metropolitane Landschappen en Waarden en Venen, zoals weergegeven in de Voorloper Groene Hart, middels deze structuurvisie vastgelegd. Voor met maken van de kaart bij deze structuurvisie is voor het eerst op kavelniveau naar de grenzen van de nationale landschappen gekeken. In dit proces zijn de grenzen op enkele plaatsen aangepast, omdat ze bijvoorbeeld midden door kavels liepen. De grenzen zijn hierbij op logische plekken gelegd.

Noot van de auteur: In deze structuurvisie wordt, conform de Voorloper Groene Hart gesproken over metropolitane landschappen. Ook de provincie Noord-Holland hanteert deze term. Citaat uit Voorloper hierover: “De provincies gebruiken hier de term ‘metropolitaan’ om aan te sluiten bij de structuurvisie Randstad 2040 en de Noord- en de Zuidvleugel. Mocht deze term alsnog worden verlaten in Randstad 2040, dan zullen de provincies in hun structuurvisie ook een andere term kiezen.” Tijdens de behandeling van Randstad 2040 in de Tweede Kamer is met motie nummer 23 (motie van lid Vermeij c.s.) verzocht het begrip metropolitane parklandschappen te schrappen. Het rijk spreekt nu in de Structuurvisie Randstad 2040 over over locaties met groenblauwe topkwaliteit. De inhoud van de Structuurvisie Randstad 2040 nemen wij mee bij het opstellen van de integrale structuurvisie.



2.3 Provinciaal belang

Het beleid in de Structuurvisie Nationale Landschappen betreft een nadere uitwerking van de provinciale belangen voor het landschap uit het streekplan:

  • P. 79: Wij willen deze landschappelijke kernkwaliteiten verder ontwikkelen en versterken en richtinggevend laten zijn bij de verdere ontwikkeling van de provincie.
  • P. 86: Onze doelen voor het landschap zijn: 
  1. Het behouden en versterken van de identiteit van de verschillende landschapstypen;
  2. Het vernieuwen van het landschap, met herkenning van het verleden.

Hieraan voegen we in deze structuurvisie de volgende provinciale belangen toe:

  • Voor de nationale landschappen zetten wij ons in voor het behouden, versterken en ontwikkelen van de voor het betreffende nationaal landschap bepalende kernkwaliteiten.
  • Voor woningbouw in de nationale landschappen Groene Hart, Arkemheen-Eemland en Rivierengebied gaan wij uit van een bovengrens van migratiesaldo nul. Dit kwantitatieve instrument is ondersteunend aan de kwalitatieve doelstelling die wij met woningbouw nastreven.