Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor u ligt de partiële herziening van het Streekplan 2005-2015 van de provincie Utrecht voor het onderwerp Nationale Landschappen. Omdat deze partiële herziening opgesteld wordt onder de nieuwe Wro, spreken we van een Structuurvisie Nationale Landschappen. Voor de herkenbaarheid blijven we wel spreken over het Streekplan 2005-2015, of kortweg streekplan.



1.1 Aanleiding

De provincie Utrecht heeft haar Streekplan Utrecht 2005-2015 beleidsneutraal omgezet in een Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie middels de “Beleidslijn nieuwe Wro” (vastgesteld door PS, 23 juni 2008). Dit beleidsneutrale traject is op 21 september 2009 afgerond met vaststelling van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). Provinciale Staten (PS) hebben zich voorgenomen het streekplan in de nieuwe Statenperiode te vervangen door een nieuwe integrale structuurvisie.

In het streekplan is aangekondigd dat de kernkwaliteiten en begrenzing in een nadere uitwerking gedetailleerd zouden worden. Met de vaststelling van de Streekplanuitwerking nationale Landschappen door Gedeputeerde Staten op 8 april 2008 is hier uitvoering aan gegeven. Deze streekplanuitwerking bevat de nationale landschappen Arkemheen-Eemland, Rivierengebied, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam.

Na de vaststelling van het streekplan in december 2004 hebben PS diverse besluiten genomen die, deels na nadere afweging, verankering in het provinciaal ruimtelijk beleid vergen. Een aantal van deze besluiten moet op korte termijn verwerkt worden. Deze urgentie wordt bepaald door de AMvB Ruimte die 1 juli 2010 in werking treedt, door de nieuwe Wro die van de provincie een pro-actieve houding, en dus een actueel beleidskader vergt en door interprovinciale samenwerking.

Voorloper Groene Hart
De Voorloper Groene Hart, in februari 2009 door Provinciale Staten als bouwsteen voor toekomstig beleid vastgesteld, is zo'n besluit met meer urgentie. De Voorloper is een gezamenlijk product van de drie Groene Hartprovincies en bevat beleid voor de periode 2009-2020. De provincies Noord- en Zuid-Holland verwerken de Voorloper reeds in een nieuwe structuurvisie. De Voorloper past voor Utrecht grotendeels binnen het streekplan, op twee onderwerpen na: de uitwerking van de kernkwaliteiten van het landschap en de toepassing van het begrip migratiesaldo nul. De provincie Utrecht wil het streekplan ten aanzien van deze twee onderwerpen op korte termijn in lijn brengen met de Voorloper Groene Hart. Voor het overige vormt de Voorloper een bouwsteen voor de integrale structuurvisie.

AMvB Ruimte
Vanuit het Ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) geeft het Rijk diverse opdrachten aan de provincies met betrekking tot de verordening. Deze hebben onder andere betrekking op de nationale landschappen. Hierbij gaat het om drie zaken:

  • Begrenzing: de ligging van nationale landschappen geometrisch nader vaststellen, m.u.v. het Groene Hart waarvoor het rijk dit al heeft gedaan;
  • Instandhouding en versterking kernkwaliteiten: regels stellen over de inhoud van of toelichting bij bestemmingsplannen voor instandhouding en versterking van de door het provinciaal bestuur uitgewerkte en geobjectiveerde kernkwaliteiten voor te onderscheiden delen van nationale landschappen;
  1. woningbouw (migratiesaldo nul): regels stellen over de inhoud van en toelichting bij bestemmingsplannen die bewerkstelligen dat
    de maximale wooncapaciteit in het nationale landschap niet meer bedraagt dan de wooncapaciteit die nodig is om te kunnen voldoen aan de woningbehoefte, welke wordt berekend op basis van de natuurlijke bevolkingsontwikkeling en een evenwicht tussen het aantal personen dat zich binnen het nationale landschap vestigt en dat daaruit vertrekt (migratiesaldo nul),
  2. rekening wordt gehouden met de optimale benutting van mogelijkheden om binnen het nationaal landschap de bedoelde woningbehoefte door herstructurering of intensivering te ondervangen.

Voor de nationale landschappen in de provincie Utrecht geldt op basis van de provinciale belangen (zie de beleidslijn) het generieke beleid ten aanzien van het landschap. De kernkwaliteiten per nationaal landschap zijn binnen de provinciale belangen nog niet expliciet geregeld, evenmin als de toepassing van migratiesaldo nul. De provincie Utrecht wil haar beleid spoedig en effectief laten doorwerken in lokale plannen. Dit vraagt om een nadere concretisering op structuurvisieniveau (in termen van provinciale belangen en de doorwerking daarvan) van de wijze waarop de kernkwaliteiten en het begrip migratiesaldo nul beleidsmatig behandeld moeten worden.



1.2 Doel

De Structuurvisie Nationale Landschappen bevat, ten opzichte van de provinciale belangen in het streekplan, uitgewerkte provinciale belangen voor de nationale landschappen in de provincie Utrecht. Het beleid hiervoor is strategisch van aard en gaat over de kwaliteit en de inrichting van de leefomgeving in deze gebieden. Het overige beleid uit het streekplan zetten wij ongewijzigd voort.

Deze structuurvisie is zelfbindend voor de provincie. De onderdelen die wij direct willen laten doorwerken naar gemeenten hebben wij opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Verordening.



1.3 Digitalisering

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) vraagt om een nieuwe rolverdeling tussen Rijk, provincie en gemeente. De bestuurlijke verantwoordelijkheden worden daarbij op een zo laag mogelijk niveau gelegd volgens het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. De beleidslijn nieuwe Wro bij het streekplan (zie paragraaf 1.1), weerspiegelt dit gedachtegoed. Wij richten onze inzet vooral op onderwerpen die wij als provinciaal belang zien. Deze werkwijze volgen wij ook in deze structuurvisie.

Volgens de Wro moeten ruimtelijke plannen per 1 januari 2010 digitaal beschikbaar en raadpleegbaar zijn. Deze structuurvisie is ter inzage gelegd vóór 1 januari 2010. Daarom wordt de analoge versie vastgesteld door PS en vormt daarmee het bindende document. Wij stellen wel een digitale versie beschikbaar via internet die voldoet aan de eisen van digitalisering.



1.4 Milieueffectrapportage

Een provinciale structuurvisie is potentieel m.e.r.-plichtig. Omdat de Structuurvisie Nationale Landschappen niet rechtstreeks kaderstellend is voor toekomstige m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten en er geen passende beoordeling nodig is op grond van de Europese Habitatrichtlijn, hoeft er in dit geval echter geen planMER opgesteld te worden.



1.5 Totstandkoming en burgerparticipatie

  • Voor de totstandkoming van de Structuurvisie Nationale Landschappen wordt de daarvoor in de Wro vastgestelde procedure gevolgd.
  • De documenten die ten grondslag liggen aan deze structuurvisie zijn opgesteld in samenspraak met de partijen die direct zijn betrokken bij de nationale landschappen.
  • Conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de structuurvisie gedurende ten minste zes weken ter inzage gelegd. Deze termijn loopt van 22 december 2009 tot 16 februari 2010. Dit is een periode van 8 weken. Hiervoor is gekozen vanwege de Kerstvakantie die in deze periode valt.
  • In januari 2010, tijdens de periode van terinzagelegging, organiseert de provincie een hoorzitting.
  • De resultaten van de terinzagelegging worden te zijner tijd in deze paragraaf verwoord.
  • Het voorgenomen tijdspad voorziet in vaststelling van de Structuurvisie Nationale Landschappen in Provinciale Staten in mei 2010.