5.5 Regionale uitwerking
Hoofdlijn van beleid
Het provinciale stedelijke programma in deze Structuurvisie is opgebouwd uit stedelijke programma’s per regio en per gemeente. Deze programma’s zijn in overleg met de (regionaal samenwerkende) gemeenten tot stand gekomen. De Regio’s Utrecht (BRU) en Amersfoort hebben daartoe het ‘Regiodocument BRU’ respectievelijk de ‘Integrale gebiedsuitwerking Eemland, bijstelling 2011’ opgesteld. Specifiek voor bedrijventerreinen worden regionale convenanten vastgesteld waarin afspraken worden gemaakt over de herstructurering van bestaande en de planning van nieuwe bedrijventerreinen (inclusief fasering en segmentering). Wij hebben bij de totstandkoming van de stedelijke programma’s zoveel mogelijk van deze (concept-) documenten gebruik gemaakt.

De stedelijke programma’s moeten worden gezien als een ambitie, niet als een harde opgave waarop we regio’s of gemeenten willen ‘afrekenen’. Het vormt het vertrekpunt voor:
  • voorgenomen monitoring van de voortgang van de woningbouw (inclusief het aandeel binnenstedelijk) en de ontwikkeling van bedrijventerrein;
  • overleg met gemeenten over de realisatie van de binnenstedelijke ambitie en de eventuele inzet van provinciale instrumenten;
  • de vierjaarlijkse herijking van het stedelijk programma.
Ons provinciaal belang is gelegen in de realisering het woningbouwprogramma op provinciaal niveau, maar daar ligt uiteraard een relatie met de uiteindelijke realisatie op regionaal en gemeentelijk niveau.

Toelichting
De stedelijke programma’s gaan alleen over de capaciteit, wij realiseren ons terdege dat de realiseerbaarheid van vooral het hoge binnenstedelijke woningbouwprogramma geen sinecure is. Daarop kunnen wij, en ook de regio’s en gemeenten, slechts gedeeltelijk invloed uitoefenen. Met deze PRS en de stedelijke programma’s in het bijzonder benutten we wel de mogelijkheden die het ruimtelijk beleid ons biedt om hierop invloed uit te oefenen: vasthouden aan de in NV Utrecht-verband geformuleerde ambities en daarmee het creëren van urgentie voor de binnenstedelijke opgave.

Wij zullen de stedelijke programma’s iedere 4 jaar herijken. Op die manier leggen we het stedelijke programma niet voor de hele PRS-periode vast, maar kunnen we flexibel inspelen op nieuwe inzichten en omstandigheden. In overleg met gemeenten bespreken we de voortgang van het stedelijk programma, waarbij de geconstateerde knelpunten, wensen en opties aan bod kunnen komen. Voor bedrijventerrein betrekken we hierbij ook de voortgang van de herstructurering. Op basis van deze gesprekken kan er zo nodig een bijstelling van de regionale en stedelijke programma’s plaatsvinden. Indien er consensus is over de noodzaak van nieuwe uitbreidingslocaties voor wonen en nieuwe bedrijventerreinen, is een herziening van de PRS en PRV noodzakelijk. Wij bieden aan Provinciale Staten een rapportage van de herijking aan, eventueel met een voorstel tot herziening van de PRS.

In de stedelijke programma’s per gemeente is een onderscheid gemaakt tussen binnenstedelijke woningbouw en uitbreiding. Het aantal woningen dat binnen de rode contouren kan worden ontwikkeld is niet limitatief, het staat gemeenten vrij om binnen de rode contouren hogere woningaantallen te realiseren. De genoemde binnenstedelijke locaties hebben een richtinggevende en illustratieve betekenis.
Voor de uitbreidingslocaties ligt dat anders. De uitbreidingsmogelijkheden zijn qua locatie en aantal woningen benoemd en ook als zodanig opgenomen in de PRV. Deze locaties zijn met “bollen” aangegeven op de beleidskaart bij deze PRS.
Voor bedrijventerreinen zijn de aantallen hectares (netto) voor zowel de binnenstedelijke als de uitbreidingslocaties limitatief. De binnenstedelijke locaties voor bedrijventerreinen zijn concreet benoemd in de (concept-) regionale convenanten.

De opgenomen woningaantallen betreffen bruto cijfers, dat wil zeggen dat er bij de opgenomen cijfers geen rekening is gehouden met sloop. Bij bedrijventerreinen gaat het om de netto uitgeefbare hectares.


5.5.1 Regio Amersfoort
De Regio Amersfoort omvat de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg. De regio maakt deel uit van de Noordvleugel Utrecht, heeft een hoge verstedelijkingdruk en zal ook de komende jaren nog sterk groeien. De regio is het schakelpunt tussen de Noordvleugel van de Randstad en noord en oost Nederland. De regio Amersfoort ligt centraal, is een knooppunt van wegen en spoorwegen en beschikt daarmee over goede infrastructurele verbindingen.
De regio heeft veel woon- en werk-uitwisselingsrelaties met de nabijgelegen Gelderse gemeenten Barneveld en Nijkerk. Ook de relatie met Almere is van belang.

Het programma voor de Regio Amersfoort is 16.390 woningen. Dit programma kan voor 73 % binnen de actuele rode contouren worden gerealiseerd.

Het bedrijventerreinenprogramma voor de Regio Amersfoort is afgerond 19,2 hectare netto. Binnen de regio Amersfoort is nog een grote restcapaciteit aan bedrijventerreinen vastgelegd in bestemmingsplannen, met name op de locaties Vathorst en De Wieken in Amersfoort, ’t Spiegel in Leusden en Richelleweg in Soest.



Verder bieden wij ruimte voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen die bijdragen aan het programma Hart van de Heuvelrug. Dit onder voorwaarde dat wordt voldaan aan de daarvoor met de 17 partners gemaakte afspraken over verevening, zowel qua rood-groenbalans als financieel.


5.5.1.1 Stedelijk programma Amersfoort
Voor de gemeente Amersfoort wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 10.000 woningen, waarvan 7000 binnen de rode contour en 3000 buiten de rode contour. Een grote locatie in het stedelijk gebied is de VINEX-locatie Vathorst, waar in de PRS periode nog 3000 woningen kunnen worden gerealiseerd. Andere mogelijkheden voor woningen binnen de rode contour zijn onder andere de locaties Bergkwartier, Hogeweg, Kop van Isselt en Schuilenburg. Uitbreiding buiten de rode contour wordt voorzien op de locatie Vathorst West, waar maximaal 3000 woningen kunnen worden gerealiseerd. Bij de stedenbouwkundige uitwerking en bij de vormgeving van de ontsluiting van deze locatie zal nadrukkelijk aandacht moeten worden besteed aan het behoud van de openheid en overige kernkwaliteiten van het gebied tussen de polder Arkemheen en Polder de Haar ten zuiden van Bunschoten. Bovendien moet de stedenbouwkundige uitwerking voorzien in voldoende waterberging.

Voor de gemeente Amersfoort worden geen nieuwe bedrijventerreinen opgenomen. De in het stedelijk gebied gelegen locatie Nijkerkerstraat (ten noorden van de A1 en ten oosten van de A28) en het toekomstig bedrijventerrein Vathorst-West kunnen bij de vierjaarlijkse herijking aan de orde komen. Vathorst West kan uitsluitend in samenhang met de toekomstige woningbouwlocatie ter plaatse worden ontwikkeld.

5.5.1.2 Stedelijk programma Baarn
In de gemeente Baarn liggen de bebouwingskernen Baarn, (een gedeelte van) Eembrugge en Lage Vuursche. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 775 woningen in het stedelijk gebied van Baarn. Het betreft mogelijkheden voor ontwikkelingen op diverse locaties, waaronder Baarn Noord, Centrum en Nieuw Oosterhei/Vogelbuurt. Voor wat betreft bedrijventerrein is in het stedelijk gebied gelegen terrein Noordschil opgenomen. Bij de planvorming in het buitendijkse gebied moet nadrukkelijk aandacht aan waterveiligheid worden besteed.
5.5.1.3 Stedelijk programma Bunschoten
In de gemeente Bunschoten liggen de bebouwingskernen Bunschoten/Spakenburg en Eemdijk. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1750 woningen. Van dit programma wordt de ontwikkeling van 1690 woningen voorzien op diverse locaties in het stedelijk gebied van Bunschoten-Spakenburg, onder andere in de projecten Rengerswetering, Zuidwenk en Zuyderzee. In Eemdijk is een uitbreiding van 60 woningen voorzien. Deze locatie ligt in voor bodemdaling gevoelig gebied. Dit betekent dat bij de planvorming en ontwikkeling van deze uitbreiding rekening dient te worden gehouden met de langetermijngevolgen en bijkomende hogere kosten.
De uitbreiding van het bedrijventerrein Haarbrug (Haarbrug Zuid), gelegen in het stedelijk gebied, is onderdeel van het stedelijk programma. Het bedrijventerrein, gepositioneerd in het segment “Modern gemengd” is onder andere bedoeld voor bedrijfsverplaatsingen vanuit het te transformeren bedrijventerrein Zuidwenk. Locatie de Kronkels Zuid is niet opgenomen in het stedelijk programma. Op basis van de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 kan er op deze locatie nog ca. 7 ha netto bedrijventerrein worden ontwikkeld. Deze locatie kan een rol spelen bij de herijking van het stedelijk programma.

5.5.1.4 Stedelijk programma Eemnes
In de gemeente Eemnes liggen de bebouwingskernen Eemnes en (een gedeelte van) Eembrugge. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 450 woningen. In het stedelijk gebied van Eemnes en Eembrugge kunnen in totaal 90 woningen worden ontwikkeld, onder andere op de locaties Molenweg en Ocrietterrein. Buiten de rode contour kunnen in een uitbreiding aan de zuidzijde van Eemnes 500 woningen worden ontwikkeld, waarvan 360 in de PRS periode.
De uitbreiding ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein aan de zuidwestzijde van de kern (Zuidpolder) met 2,3 hectare netto, maakt onderdeel uit van het stedelijk programma. Het bedrijventerrein is gepositioneerd in het segment “Modern gemengd”. Omdat het bestemmingsplan is vastgesteld, is deze locatie opgenomen in het stedelijk gebied.
Bij de planvorming en ontwikkeling van bovengenoemde uitbreidingen dient mogelijk rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van voor bodemdaling gevoelig veen ter plaatse. Bovendien moet rekening worden gehouden met voldoende waterberging.

5.5.1.5 Stedelijk programma Leusden
In de gemeente Leusden liggen de kernen Leusden en Achterveld. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1100 woningen binnen de rode contouren. Daarvan kunnen 800 woningen gerealiseerd worden in Leusden, waaronder de locaties Biezenkamp, Valleipark en Tabaksteeg. De overige 300 woningen zijn in Achterveld geprojecteerd in de projecten Groot Agteveld en Mastenbroek. Voor de realisatie van het project Groot Agteveld is de voorwaarde gesteld dat er gronden beschikbaar komen ten behoeve van natuur- en landschapsontwikkeling.
De beperkte uitbreiding van het bedrijventerrein Achterveld - De Fliert (ten noorden van het huidige bedrijventerrein) kan een rol spelen bij de herijking van het stedelijk programma.

5.5.1.6 Stedelijk programma Soest
In de gemeente Soest liggen de bebouwingskernen Soest en Soesterberg. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1165 woningen binnen de rode contouren, waarvan 165 woningen op de voormalige Vliegbasis Soesterberg. De overige 1000 woningen kunnen hoofdzakelijk op diverse locaties in Soesterberg worden gerealiseerd, onder andere Apollo Noord en Masterplan/ Campuszone. In Soest wordt de ontwikkeling van woningen voorzien op onder andere de locatie Molenschot. In het kader van het programma Hart van de Heuvelrug is de rode contour achter Open Ankh in Soesterberg aangepast.
5.5.1.7 Stedelijk programma Woudenberg
Voor de gemeente Woudenberg wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1150 woningen, waarvan 150 woningen in het stedelijk gebied, met name op de locatie Groene Woud. Buiten de rode contour wordt de ontwikkeling voorzien van 1000 woningen ten oosten van de kern, waarvan 75 woningen als afronding van het project Groene Woud (fase 5). De randvoorwaarde voor de gehele uitbreiding is een adequate ontsluiting. Uitgangspunt is dat een eventuele verlegging van de provinciale weg N224 wordt gefinancierd uit de exploitatie van de uitbreiding. In de planvorming moet rekening worden gehouden met voldoende waterberging.
De uitbreiding van het bedrijventerrein Parallelweg is niet opgenomen in het stedelijk programma. Deze locatie kan aan de orde komen bij de vierjaarlijkse herijking daarvan.

5.5.2 Regio Zuid Oost
De regio Zuidoost–Utrecht omvat de gemeenten Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug, Renswoude, Veenendaal en Rhenen. Het westen van deze regio is meer gericht op de regio Utrecht, het oosten meer op de regio FoodValley.

Het stedelijk programma voor de Zuidoost Utrecht is 6.450 woningen. Dit programma kan voor meer dan 80% binnen de rode contouren worden gerealiseerd.

Het bedrijventerreinenprogramma voor Zuidoost Utrecht is 15 hectare netto. Binnen de regio is nog een restcapaciteit van ca. 6 hectare vastgelegd in bestemmingsplannen, hoofdzakelijk op de locaties De Batterijen in Veenendaal en Remmerden in Rhenen.



5.5.2.1 Stedelijk programma Renswoude
Het stedelijk programma voor Renswoude is 200 woningen. Dit programma kan in het stedelijk gebied worden gerealiseerd, met name op de locaties Beekweide I en Beekweide II. Wij voorzien geen uitbreidingen in Renswoude, mede omdat in het nabij gelegen Veenendaal voldoende ruimte in stedelijk gebied aanwezig is.
5.5.2.2 Stedelijk programma Rhenen
In de gemeente Rhenen liggen de kernen Rhenen, Achterberg, Remmerden en Elst. Het stedelijk programma voor de gemeente is 500 woningen.
Het grootste deel - 425 woningen - kan in het stedelijk gebied worden gerealiseerd. De grootste locatie is Vogelenzang, daarnaast zijn er kleinere inbreidingslocaties in met name Rhenen en Elst.
Wij voorzien een uitbreiding aan de westzijde van Achterberg. Hierbij gaat het om een combinatie van een kleinschalige woonzorgvoorziening met daaraan gekoppelde woningbouw, waarbij de woningbouw als kostendrager dient. In totaal gaat het om circa 75 woningen. Deze uitbreiding moet worden gecombineerd met de aanleg van nieuwe landschapselementen in de omgeving, zodat de landschappelijke kwaliteit verbetert en cultuurhistorische structuren worden hersteld.

5.5.2.3 Stedelijk programma Utrechtse Heuvelrug
In de gemeente Utrechtse Heuvelrug liggen de kernen Driebergen, Doorn, Leersum, Amerongen, Maarn, Maarsbergen, Overberg en een deel van het stationsgebied Driebergen – Zeist. Het stedelijk programma voor de gemeente is 1.000 woningen. Dit programma kan geheel in het stedelijk gebied worden gerealiseerd. Aan de oostzijde van Maarsbergen loopt een gebiedsontwikkelingsproject waarin provincie, gemeente en SVGV samenwerken. Hierbij worden opgaven op het gebied van natuur, recreatie, maximaal 7,8 hectare netto oppervlakte nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein en bereikbaarheid integraal benaderd.
Voor de kern Overberg voorzien wij geen uitbreiding, mede gezien de nog aanwezige capaciteit in het nabijgelegen Veenendaal. Wel zien wij mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering in de kernrandzone, waarbij ook kleinschalige woningbouw aan de orde kan zijn.
Voor de kern Amerongen is een kleinschalige uitbreiding van 2 hectare netto ten westen van het bestaande bedrijventerrein voorzien, gelegen in het stedelijk gebied.
Bij het station Driebergen-Zeist is op grond van de bestaande afspraken tussen gemeente en provincie kantoorontwikkeling mogelijk, tot een maximum van 30.000 m2 BVO. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van EHS in het gebied.

5.5.2.4 Stedelijk programma Veenendaal
Het stedelijk programma voor Veenendaal is 3.750 woningen. Dit programma kan geheel via inbreiding worden gerealiseerd. De grootste ontwikkelingslocatie in het stedelijk gebied is Veenendaal– Oost. Daarnaast is er ook een aantal kleinere inbreidingslocaties.
Met deze binnenstedelijke mogelijkheden kan niet alleen de behoefte vanuit Veenendaal zelf, maar ook die van enkele omliggende kernen als Renswoude en Overberg worden opgevangen. Daarnaast kan Veenendaal met de ruime inbreidingsmogelijkheden ook een rol spelen bij de opvang van de woningbehoefte in de regio FoodValley.
Voor de langere termijn (indicatie vanaf 2025) heeft het knooppunt De Klomp – Ederveen de potentie om een rol te spelen bij de opvang van de verwachte groei in de regio FoodValley. Of deze potenties daadwerkelijk benut kunnen worden, is afhankelijk van de planvorming die het kader van FoodValley plaatsvindt.
Voor wat betreft bedrijventerrein is een kleinschalige uitbreiding van het bedrijventerrein de Compagnie (1 ha netto) opgenomen, gelegen in het stedelijk gebied.

5.5.2.5 Stedelijk programma Wijk bij Duurstede
In de gemeente Wijk bij Duurstede liggen de kernen Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. Het stedelijk programma voor de gemeente is 1.000 woningen, waarvan 250 uitbreiding.
In zowel Cothen, Langbroek als Wijk bij Duurstede zijn er mogelijkheden in het stedelijk gebied. Alleen bij Wijk bij Duurstede zelf voorzien wij een uitbreiding van circa 250 woningen aan de noordwestzijde. Deze uitbreiding was al in de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 opgenomen. Een goede ontsluiting van deze nieuwe wijk, inclusief een toets op de consequenties voor de al zwaar belaste N229, is een randvoorwaarde.

De uitbreiding van bedrijventerrein Broekweg met 4,2 hectare netto achten wij vooralsnog voldoende voor het accommoderen van de vraag. Mocht bij de vierjaarlijkse herijking blijken dat er regionaal gezien behoefte is aan nieuw bedrijventerrein, dan zullen we een verdere uitbreiding daarbij in overweging nemen.

5.5.3 Regio Utrecht
De Regio Utrecht bestaat uit de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen, IJsselstein en Zeist. De Regio maakt deel uit van de Noordvleugel van de Randstad en daarmee van het economisch zwaartepunt van Nederland. De regio kent een hoge verstedelijkingsdruk en zal de komende jaren nog sterk groeien.

De regio heeft voldoende capaciteit om de binnenstedelijke ambitie van 2/3 van het totale woningbouw-programma te realiseren. De in de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht opgenomen zoekrichting Kromme Rijn/Lekzone is slechts gedeeltelijk ingevuld. (Odijk-West, Hoef en Haag en Eiland van Schalkwijk). Naar verwachting biedt dit voldoende mogelijkheden voor in ieder geval de eerste jaren van de PRS-periode. Bij de herijking van de stedelijke programma’s over 4 jaar wordt bezien of een verdere invulling hiervan wenselijk is.

Het bedrijventerreinenprogramma voor de Regio Utrecht is afgerond 21 hectare netto. Binnen de regio Utrecht is nog een grote restcapaciteit aan bedrijventerreinen vastgelegd in bestemmingsplannen, onder andere op de locaties De Meerpaal in Houten, Het Klooster in Nieuwegein, De Wetering en Haarrijn in Utrecht en Gaasperwaard in Vianen.

Voor de regio Utrecht is het stedelijk programma als volgt opgebouwd:



Verder bieden wij ruimte voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen die bijdragen aan het programma Hart van de Heuvelrug. Dit onder voorwaarde dat wordt voldaan aan de daarvoor met de 17 partners gemaakte afspraken over verevening, zowel qua rood-groenbalans als financieel.

5.5.3.1 Stedelijk programma Bunnik
In de gemeente Bunnik liggen de bebouwingskernen Bunnik, Odijk en Werkhoven. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1275 woningen, waarvan 275 op grotere en kleinere binnenstedelijke locaties en maximaal 1000 woningen buiten de rode contouren. Als uitbreiding is een locatie aan de westzijde van Odijk in beeld. Voor de bereikbaarheid en doorstroming op de N229 zijn mogelijk aanvullende maatregelen noodzakelijk. Uitgangspunt voor de genoemde uitbreiding is dat de financiering van de eventuele omlegging van de N229 en verdere aanvullende maatregelen volledig worden gefinancierd binnen de totale exploitatie van het gebied.

In het gebied ten zuiden van de A12 zijn de beoogde ontwikkeling van Odijk West en de toekomstige infrastructurele ontwikkelingen leidend. Gelet op deze ontwikkelingen kunnen wij nog geen uitspraak doen of de door de regio en gemeente gewenste uitbreiding van het bestaande bedrijventerreinen in het gebied ruimtelijk inpasbaar zal zijn. Mocht in de uitwerking van de plannen in het gebied blijken dat dit het geval is, dan zullen wij op dat moment de gewenste uitbreiding van het bedrijventerrein in overweging nemen.

5.5.3.2 Stedelijk programma De Bilt
In de gemeente De Bilt liggen de bebouwingskernen Bilthoven/De Bilt, Groenekan, Hollandse Rading, Maartensdijk en Westbroek. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 675 woningen. Dit aantal kan volledig in het stedelijk gebied gerealiseerd worden.
5.5.3.3 Stedelijk programma Houten
In de gemeente Houten liggen de bebouwingskernen Houten. ’t Goy, Schalkwijk en Tull en ’t Waal. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1950 woningen. Het overgrote deel van dit programma kan binnen de rode contouren worden gerealiseerd, met name op de VINEX-locatie Houten-Zuid en daarnaast op diverse binnenstedelijke locaties. Een uitbreiding van 250 woningen verspreid liggend buiten de rode contour wordt voorzien in de gebiedsontwikkeling ‘Eiland van Schalkwijk’, gelegen tussen het Lekkanaal, het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek. In de planvorming voor dit gebied moet nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de waterveiligheid, omdat het gebied vanwege de lage ligging van het maaiveld bij een eventuele overstroming snel en diep onder water komt te staan. Omdat het Eiland van Schalkwijk deels in het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie ligt, moet in de plannen voor woningbouw bovendien rekening worden gehouden met de landschappelijke kwaliteiten, zoals beschreven in de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen. In de PRS-periode is in Laagraven een nader te bepalen aantal woningen mogelijk, als onderdeel van de ontwikkeling van de A12-zone.
Voor de kern Houten is een uitbreiding van 10 hectare netto ten zuidwesten van het bestaande bedrijventerrein de Meerpaal in het segment ‘Care, Education, Leisure, Shop (CELS)’ opgenomen, in een gecombineerde gebiedsontwikkeling met sportvoorzieningen.

5.5.3.4 Stedelijk programma Nieuwegein
Voor de gemeente Nieuwegein wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 2000 woningen in het stedelijk gebied, onder andere in de projecten Hoog Zandveld, Blokhoeve en Binnenstad. In de PRS-periode is in Laagraven een nader te bepalen aantal woningen mogelijk, als onderdeel van de ontwikkeling van de A12-zone.
De uitbreiding aan de noordkant van bedrijventerrein Het Klooster met 10 hectare netto is opgenomen. Deze uitbreiding is uitsluitend bedoeld als ‘Blue Port’ voor watergebonden bedrijfsvestigingen. Bij de planuitwerking dient rekening te worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden van de EHS en de ecologische verbindingszone in het gebied.
De bedrijvenlocaties Galecopperzoom en Nieuwraven in het stedelijk gebied kunnen een rol spelen bij de herijking van het stedelijk programma. Hierbij dient in regionaal verband afstemming plaats te vinden met in het bijzonder de gemeente Utrecht in verband met de nabijgelegen locaties Rijnenburg en Strijkviertel. Bovendien moet de ontwikkeling van deze locaties worden afgestemd op de ontwikkeling van de A12-zone.

5.5.3.5 Stedelijk programma Stichtse Vecht
In de gemeente Stichtse Vecht liggen de bebouwingskernen Breukelen, Kockengen, Kerklaan, Loenen, Loenersloot, Maarssen, Nieuwer ter Aa, Nigtevecht en Vreeland. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1800 woningen in het stedelijk gebied op diverse locaties, waarvan 400 woningen in het project Hof van Breukelen in de periode tot 2028. Bij de planvorming en ontwikkeling van een aantal van de binnenstedelijke locaties dient rekening te worden gehouden met de langetermijngevolgen en bijkomende hogere kosten door de ligging in voor bodemdaling gevoelig gebied.
Het ensemble van onderwijsinstelling Nyenrode is, ondanks de stedelijke functie, gelegen in het landelijk gebied vanwege op het oude landgoed aanwezige waarden. Wij achten enige dynamiek, in de zin van bebouwing en hoogwaardige kennisintensieve gebruiksvormen mogelijk, onder de voorwaarde dat de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden behouden blijven.
Voor de kern Kerklaan is de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein De Werf met 1 hectare netto opgenomen in het stedelijk programma.

5.5.3.6 Stedelijk programma Utrecht
Voor de gemeente Utrecht wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 27.750 woningen. Van dit programma zijn 22.750 woningen in het stedelijk gebied gesitueerd, waarvan ongeveer de helft in de Vinex-locatie Leidsche Rijn (11.500 woningen). De andere helft van het programma binnen de rode contouren is voorzien in diverse kleinere en grotere projecten, zoals de Merwedekanaalzone, de 2e Daalsedijk en het Veemarktterrein. Buiten de rode contour zijn in de polder Rijnenburg tot 2030 7.000 woningen gepland, waarvan naar verwachting 5.000 woningen in de PRS-periode zullen worden gerealiseerd. Bij de planvorming voor Rijnenburg zal met verschillende aandachtspunten rekening moeten worden gehouden. Voor het noordelijk deel van het gebied moet het stedenbouwkundig ontwerp en de inrichting afgestemd worden op (zeer) natte omstandigheden en de geringe draagkracht van de bodem. Tevens moet rekening worden gehouden met de waterveiligheid, omdat dit gebied in het geval van een overstroming snel (en in het noordelijke deel tevens diep) onder water komt te staan. Essentieel is ook dat voorafgaand aan de start van de ontwikkeling de ontsluiting van Rijnenburg via de weg (onder meer op de A2 en de A12) en met het openbaar vervoer is geregeld. Wij hechten grote waarde aan een blijvende inzet voor een duurzame planontwikkeling door alle betrokken partijen.
In het gebied Maarschalkerweerd is de vestiging van het nationaal hockeycentrum voorzien. Wij vinden enige daarmee verband houdende verstedelijking acceptabel, mits deze past in een door de gemeente op te stellen integrale gebiedsvisie voor (dit deel van) de stedelijke kernrandzone.
Wij willen meewerken aan de vestiging van het Nationaal Kinder Oncologisch Centrum op de Uithof. Over de locatie vindt nog overleg plaats tussen de gemeente en de initiatiefnemers.
Voor wat betreft bedrijventerrein zijn de uitbreidingslocatie Rijnenburg en de locatie Strijkviertel in het stedelijk gebied niet opgenomen in het stedelijk programma. Deze locaties kunnen een rol spelen bij de herijking over vier jaar. Hierbij dient in regionaal verband afstemming plaats te vinden met in het bijzonder de gemeente Nieuwegein in verband met de nabijgelegen locaties Galecopperzoom en Nieuwraven.

5.5.3.7 Stedelijk programma Vianen
In de gemeente Vianen liggen de bebouwingskernen Everdingen, Hagestein, Vianen en Zijderveld. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 2150 woningen. Hiervan kunnen 650 woningen binnen de rode contouren worden gerealiseerd, onder andere in de projecten Helsdingen, Sluiseiland en Vijfheerenlanden. Buiten de rode contouren kunnen 1800 woningen worden gerealiseerd op de locatie Hoef en Haag, waarvan 1500 in de PRS-periode. In de planvorming voor dit gebied moet nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de waterveiligheid, omdat het gebied vanwege de lage ligging van het maaiveld bij een eventuele overstroming snel en diep onder water komt te staan. In overeenstemming met het waterschapsbeleid moet een binnendijkse vrijwaringszone in acht worden genomen. Bij de planvorming moet rekening worden gehouden met de verhoogde kans op kwel bij aantasting van de deklaag en de gemiddeld genomen hoge grondwaterstanden.
De verdere uitbreiding van het bedrijventerrein Gaasperwaard (aan de noordzijde) is niet opgenomen in het stedelijk programma. Deze locatie kan een rol spelen bij de herijking van het stedelijk programma. Bij eventuele ontwikkeling van de locatie gelden dezelfde aandachtspunten als bij de woningbouwlocatie Hoef en Haag.

5.5.3.8 Stedelijk programma IJsselstein
Voor de gemeente IJsselstein wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 500 woningen in diverse projecten in het stedelijk gebied, zoals Clinkenhoef, IJsselveld Oost en Kloosterplantsoen.
Voor wat betreft bedrijventerreinen heeft IJsselstein aansluiting gezocht bij de Regio West. Het stedelijk programma voorziet in de realisering van 8,5 hectare netto nieuw bedrijventerrein in het stedelijk gebied, te weten 7 hectare op de A2locatie en 1,5 hectare als uitbreiding van het bedrijventerrein Panoven.

5.5.3.9 Stedelijk programma Zeist
In de gemeente Zeist liggen de bebouwingskernen Austerlitz, Bosch en Duin, Den Dolder en Zeist. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 2200 woningen in het stedelijk gebied plus een nader te bepalen aantal woningen buiten de rode contour ten noordoosten van Den Dolder. Het woningbouwprogramma binnen de rode contour kan worden gerealiseerd op diverse locaties, waaronder in de projecten Kerkebosch, Vliegbasis, Austerlitz Noord en Sterrenberg.


5.5.4 Regio West
Het gehele gebied ligt binnen het Groene Hart. Dit betekent dat hier al jarenlang een terughoudend verstedelijkingsbeleid is gevoerd, ondanks de druk die er vanwege de centrale ligging en aantrekkelijke woonomgeving op dit gebied rust. Wij continueren dit beleid voor de periode 2013 – 2028.
Het totale woningbouwprogramma in West – Utrecht is 4.900 woningen. Hiervan wordt meer dan 90% binnen de rode contouren gerealiseerd.

Het bedrijventerreinenprogramma voor Utrecht West is afgerond 31 hectare netto. Binnen Utrecht West is nog een relatief geringe restcapaciteit aan bedrijventerreinen vastgelegd in bestemmingsplannen, met name in de gemeente De Ronde Venen. In de gemeenten Montfoort, Oudewater en Lopik is nauwelijks restcapaciteit aanwezig. Wij hebben met de regio afgesproken dat we twee jaar na vaststelling van deze Structuurvisie met elkaar in gesprek gaan over de voortgang van de herstructurering en (de noodzaak van) eventuele aanvullende locaties.



5.5.4.1 Stedelijk programma Lopik
Het woningbouwprogramma voor de gemeente Lopik is 300 woningen, met een onderverdeling van 180 woningen binnenstedelijk en 120 woningen uitbreiding. De uitbreiding wordt voorzien op de locaties Benschop - oost (80 woningen) en Lopik – oost (40 woningen). Beide locaties zijn al in de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 opgenomen. Bij de planvorming en ontwikkeling van deze uitbreiding dient rekening te worden gehouden met de lange termijn gevolgen en bijkomende hogere kosten door de ligging in voor bodemdaling gevoelig gebied.
5.5.4.2 Stedelijk programma Montfoort
Het woningbouwprogramma voor de kernen Montfoort en Linschoten is 350 woningen: 270 binnen de rode contouren (binnenstedelijk) en 80 erbuiten (uitbreiding).
De uitbreiding is voorzien op een deel van de huidige sportvelden in Linschoten. De sportvelden worden voor een gedeelde verplaatst naar een nog nader te bepalen locatie buiten de rode contouren. De woningbouw is nodig als financiële drager. Deze verplaatsing mag niet ten koste gaan van de aanwezige landschappelijke kernkwaliteiten van het Groene Hart. Een visie op de kernrandzone van Linschoten is hiervoor noodzakelijk.
Voor de kern Montfoort is een uitbreiding ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein IJsselveld met maximaal 2 hectare in het segment ‘Modern gemengd’ opgenomen. Bij de planuitwerking moet er in verband met de waterveiligheid voldoende afstand worden gehouden tot de Hollandse IJssel. Voor de verkeersafwikkeling van dit nieuwe terrein mag er in verband met de doorstroming geen nieuwe ontsluiting op de N204 worden gerealiseerd.

5.5.4.3 Stedelijk programma Oudewater
Het woningprogramma voor de gemeente Oudewater is 300 woningen. Dit programma kan via binnenstedelijke woningbouw worden gerealiseerd, onder andere in de projecten Noort Syde II en Westerwal. Wij voorzien in de planperiode geen uitbreidingen. Net buiten de rode contouren ligt het terrein van de touwfabriek, dat gedeeltelijk de status van Rijksmonument heeft. Op het terrein bevindt zich ook leegstaande niet monumentale bebouwing. Vanwege de noodzakelijke restauratie van dit monument kan voor de financiering van de restauratie enige woningbouw worden gerealiseerd op het terrein. Het aantal woningen dient nog nader te worden bepaald. Belangrijke voorwaarden voor de herontwikkeling van dit terrein zijn de cultuurhistorische waarden en een zorgvuldige landschappelijke inpassing, rekening houdend met de aanwezige landschappelijke kernkwaliteiten van het Groene Hart.

Een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Tappersheul met maximaal 3 hectare in het segment ‘Modern gemengd’ is opgenomen. Deze uitbreiding wordt gecombineerd met waterberging voor de omliggende polders en een goede landschappelijke inpassing.

5.5.4.4 Stedelijk programma De Ronde Venen
In de gemeente De Ronde Venen liggen de kernen Abcoude, Baambrugge, Mijdrecht, Wilnis, Vinkeveen, Waverveen, De Hoef en Amstelhoek. Het woningprogramma voor de gemeente De Ronde Venen is 1.700 woningen. Dit programma kan geheel via binnenstedelijke woningbouw worden gerealiseerd.
De gemeente heeft veel woningbouwmogelijkheden binnen de bestaande rode contouren. Belangrijke projecten zijn onder meer Marickenzijde, het Estafetteproject, Westerheul, Winkelbuurt, Haitsmahof en Rondweg/Stationslocatie, naast een aantal kleinere projecten. Bij Marickenzijde hechten wij aan een koppeling met en een financiële bijdrage aan de realisatie van natuur en recreatie in Marickenland. Om tot een realistische uitvoering te komen is het belangrijk dat de woningbouwprojecten goed onderling op elkaar afgestemd en gefaseerd worden.
Bij Amstelhoek zien wij kansen voor een kwaliteitsverbetering van de kernrandzone aan de zuid- en oostzijde. Deze kansen hangen samen met de omlegging van de N201, sanering van glasopstanden en herontwikkeling van vrijkomende bedrijventerreinen. Behoud en vergroten van de zichtbaarheid van de Stelling van Amsterdam en het fort Amstelhoek is hierbij een randvoorwaarde.
  • Ten noorden van de kern Amstelhoek is een nieuw bedrijventerrein van maximaal 10 hectare netto opgenomen. Het bedrijventerrein is uitsluitend bedoeld als ‘Blue-port’ voor de vestiging van watergebonden bedrijven. Bij de planuitwerking moet nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de beperkte draagkracht van de bodem, voldoende waterbergingsmogelijkheden en de gevolgen voor verkeersafwikkeling op het provinciale wegennet. Bovendien moet rekening worden gehouden met de landschappelijke kwaliteiten van de Stelling van Amsterdam. Binnen het stedelijk gebied is een beperkte uitbreiding aan de zuidwestzijde van het bestaande bedrijventerrein Mijdrecht (ook wel: Stationslocatie) met 2 hectare netto opgenomen.

5.5.4.5 Stedelijk programma Woerden
In de gemeente Woerden liggen de kernen Woerden, Harmelen, Zegveld, Kamerik en Kanis. Het woningprogramma voor de gemeente Woerden is 2.250 woningen.
In de kern Woerden zijn veel mogelijkheden voor binnenstedelijke woningbouw, zoals Waterrijk, Snellerpoort, Campinaterrein en het Defensie-eiland. Daarnaast is er een aantal kleinere projecten binnen de rode contouren. Wij willen de gemeente ondersteunen bij het daadwerkelijk realiseren van de binnenstedelijke mogelijkheden. De kern Woerden kan daarmee tevens een beperkte opvangtaak vervullen voor enkele omliggende kernen en voor de algemene druk die op het westelijk deel van de provincie ligt.
In Harmelen is een uitbreiding aan de noordzijde voorzien van 90 woningen. Deze uitbreiding was in de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 aan de westzijde van de kern opgenomen. Realisatie aan de noordzijde biedt kansen voor een kleinschalige gebiedsontwikkeling, waarbij de uitbreiding ten behoeve van woningbouw wordt gecombineerd met een landschappelijk en recreatief aantrekkelijke kernrandzone, sanering van verspreid glas en een mooie overgang naar het Vijverbos. In de kernen Kamerik, Zegveld en Kanis voorzien wij geen uitbreidingen, vooral vanwege de ligging in een bijzonder waardevol deel van het veenweidegebied en vanwege de woningbouwmogelijkheden binnen de rode contouren van de kern Woerden. Wij werken mee aan kansen om de ruimtelijke kwaliteit van de kernranden van deze dorpen te verhogen.
Er is een programma van in totaal 6 ha bedrijventerrein opgenomen, geheel in het stedelijk gebied. Dit betreft de uitbreiding van Barwoutswaarder tussen het bestaande bedrijventerrein en de rioolwaterzuivering in het segment ‘1e klas bedrijvenpark’ (1,5 ha), de uitbreiding van Breeveld ten oosten van het bestaande terrein in het segment ‘Modern gemengd’ (2,5 ha) en de uitbreiding van Polanen tussen het bestaande terrein en de A12 in het segment ‘Modern gemengd’ (max. 2 ha). Bij de planvorming en ontwikkeling van de locaties Breeveld en Polanen dient rekening te worden gehouden met de lange termijn gevolgen en bijkomende hogere kosten door de ligging in voor bodemdaling gevoelig gebied.
Uitsluitend voor de uitplaatsing van een transportbedrijf op het bestaande terrein Middelland willen wij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein op de locatie Kromwijkerwetering tussen het spoor en de nieuw te realiseren ontsluitingsweg richting de A12 mogelijk maken. Dit doen we op het moment dat hierover afspraken zijn gemaakt. Uiteraard gelden voor het ontwikkelen van deze nieuwe locatie alle voorwaardelijke bepalingen zoals aangegeven in de PRV.