Bijlage Mobiliteitstoets

Mobiliteitstoets

  1. Om na te gaan of de toets noodzakelijk is het wenselijk bij elk ruimtelijk plan inzicht te geven in:
    a het aantal verplaatsingen dat die ontwikkeling tot gevolg heeft en
    b of er sprake is van een (relatief) groot aantal verplaatsingen.
  2. Als de mobiliteitstoets noodzakelijk blijkt, is het aan te bevelen in ieder geval in te gaan op een aantal algemene aspecten zoals:
    a of de ruimtelijke ontwikkeling qua locatie en type mobiliteit passend is binnen de netwerkvisie
    SMPU;
    b of het aantal (te verwachten) verplaatsingen van de diverse modaliteiten passend zijn op het
    ontsluitende infrastructurele netwerk;
    c of en hoe is voorzien in een afdoende aansluiting van de locatie op de ontsluitende infrastructuur
    (voor de diverse modaliteiten);
    d of er voldoende financiële middelen zijn gereserveerd voor de benodigde infrastructuur (voorzieningen)
    (voor de diverse modaliteiten);
    e of en op welke wijze de fasering van de infrastructuur (voor de diverse modaliteiten) aansluit op
    fasering van de ruimtelijke ontwikkeling.
     

Ten aanzien van auto (personen en goederen) daarnaast specifiek op:
- de capaciteit van het omliggend autowegennet in relatie tot de extra verkeersstroom.

Ten aanzien van openbaar vervoer daarnaast ook specifiek op:
- het kwaliteitsniveau van het huidige en toekomstige openbaar vervoer (en, indien van toepassing, in relatie tot het vestigingsmilieu);
- de bereikbaarheid van haltevoorzieningen.

Ten aanzien van langzaam verkeer daarnaast ook specifiek op:
- de huidige en geplande fietsinfrastructuur (binnen en buiten het plangebied);
- de ontsluiting van de ruimtelijke ontwikkeling door langzaam verkeer routes.

Het inzicht in het aantal verplaatsingen dat de ruimtelijke ontwikkeling tot gevolg heeft (stap 1) alsmede
de resultaten van de mobiliteitstoets (stap 2), worden samen met de overige zaken met betrekking tot
verkeer en vervoer opgenomen in het ruimtelijk plan (bestemmingsplantoelichting).
Relevante overige zaken met betrekking tot verkeer en vervoer (mobiliteitsaspecten) die in ruimtelijke
plannen voor grootschalige ontwikkelingen aan de orde moeten komen zijn (voor zover relevant en niet al behandeld in de mobiliteitstoets zelf):
a Verkeersveiligheid;
b Kwaliteit leefomgeving (geluidhinder, luchtverontreiniging, compenserende maatregelen);
c Parkeer- en fietsvoorzieningen;
d Vervoersmanagement, parkmanagement;
e Goederenvervoer (multimodaal vervoer, overslagmogelijkheden);
f Transport gevaarlijke stoffen (in relatie tot routenet gevaarlijke stoffen);
g Randvoorwaarden vanuit wegenverordeningen (o.a. Wegenverordening provincie Utrecht 2004).

 Terug naar artikel 7.2 Mobiliteitstoets