Hoofdstuk 6 Verblijfsrecreatie

Artikel 6.2.1 Nieuwvestiging verblijfsrecreatie

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwvestiging verblijfsrecreatie’ [LG 1
en LG 3 buiten de EHS voor zover geen deel uitmakend van de Vinkeveense Plassen en de
Heuvelrug]
kan bestemmingen en regels bevatten die nieuwvestiging van verblijfsrecreatieterreinen
toestaan mits wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en omliggende agrarische
bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;

2. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat een ruimtelijke
onderbouwing waaruit blijkt dat is voldaan aan de genoemde voorwaarden.



Artikel 6.2.2 Nieuwvestiging verblijfsrecreatie niet toegestaan

Artikel 6.2.2 lid 1

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwvestiging verblijfsrecreatie niet
toegestaan’ [LG 2, LG 1 en LG 3 voor zover deel uitmakend van de Vinkeveense Plassen en de
Heuvelrug, LG 4 en de EHS] bevat geen bestemmingen en regels die de nieuwvestiging van verblijfsrecreatie toestaan.



Artikel 6.2.2 lid 2

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen [LG 3
aan de oostzijde van de Heuvelrug buiten de EHS] voor de hervestiging van verblijfsrecreatiebedrijven
die zijn gevestigd in de meest kwetsbare delen van de EHS. De ontheffing kan worden verleend
onder de voorwaarden dat:
a. het te hervestigen verblijfsrecreatiebedrijf het functioneren van de EHS belemmert of het bedrijf
vanwege de EHS onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden heeft om rendabel te functioneren ;
b. voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing;
c. omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.



Artikel 6.2.3 Uitbreiding bestaande verblijfsrecreatie

[Geldt voor gehele landelijk gebied]



Artikel 6.2.3 lid 1

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Uitbreiding bestaande verblijfsrecreatie’ [LG 1 en LG 2] kan bestemmingen en regels bevatten die uitbreiding van bestaande verblijfsrecreatieterreinen toestaan, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. het desbetreffende bedrijf heeft onvoldoende ruimte om het kwaliteitsniveau te optimaliseren;
b. de uitbreiding leidt niet tot een onevenredige aantasting van aanwezige waarden of de agrarische
structuur.



Artikel 6.2.3 lid 2

2. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Aanvullende voorwaarden uitbreiding
bestaande verblijfsrecreatie’ [LG 3, LG 4] kan bestemmingen en regels bevatten die uitbreiding van
een bestaand verblijfsrecreatieterrein toestaan, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. het desbetreffende bedrijf heeft onvoldoende ruimte om het kwaliteitsniveau te optimaliseren;
b. de uitbreiding leidt niet tot een onevenredige aantasting van de aanwezige waarden of de
agrarische structuur;
c. indien de uitbreiding is gelegen binnen een gebied dat is aangeduid als ‘Groene contour’ worden
wezenlijke kenmerken en waarden niet significant aangetast;
d. de uitbreiding resulteert in ruimtelijke kwaliteitswinst.



Artikel 6.2.3 lid 3

3. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste en tweede lid bevat een ruimtelijke
onderbouwing waaruit blijkt dat is voldaan aan de genoemde voorwaarden.