Hoofdstuk 6 Golfterreinen

Artikel 6.1.1 Nieuwe en uitbreiding van bestaande golfterreinen

Artikel 6.1.1 lid 1

1. Een bestemmingsplan voor het gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe en uitbreiding van bestaande
golfterreinen’ [LG 1] kan bestemmingen en regels bevatten die nieuwe golfterreinen en de uitbreiding
van bestaande golfterreinen toestaan, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. voorzien wordt in een goede landschappelijk inpassing en natuurontwikkeling;
b. de cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd;
c. het recreatief medegebruik is gewaarborgd.



Artikel 6.1.1 lid 2

2. Een bestemmingsplan voor het gebied dat is aangeduid als ‘Aanvullende voorwaarden nieuwe en
uitbreiding van bestaande golfterreinen’ [LG3 buiten de EHS] kan bestemmingen en regels bevatten
die nieuwe golfterreinen en de uitbreiding van bestaand golfterreinen toestaan, mits wordt voorzien in
een kwalitatief aanzienlijke landschaps- en natuurontwikkeling en in het behoud, versterking of
herstel van cultuurhistorische structuren.



Artikel 6.1.1 lid 3

3. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste of tweede lid bevat een ruimtelijke
onderbouwing waaruit blijkt dat is voldaan aan de genoemde voorwaarden.



Artikel 6.1.2 Nieuwe en uitbreiding van bestaande golfterreinen niet toegestaan

Artikel 6.1.2 lid 1

1. Een bestemmingsplan voor het gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe en uitbreiding van bestaande
golfterreinen niet toegestaan’ [LG 2, LG 4 en EHS] bevat geen bestemmingen en regels die nieuwe en
uitbreiding van bestaande golfterreinen toestaan.



Artikel 6.1.2 lid 2

2. In afwijking van het eerste lid kan een bestemmingsplan voor het gebied dat is aangeduid als ´Nieuwe en uitbreiding van bestaande golfterreinen niet toegestaan, uitzondering’ [LG 2] bestemmingen en regels bevatten die toestaan dat bestaande golfterreinen worden uitgebreid onder de voorwaarde dat
recreatief medegebruik is gewaarborgd en de agrarische structuur zo min mogelijk wordt aangetast.



Artikel 6.1.2 lid 3

3. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid bevat een ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat is voldaan aan de genoemde voorwaarden.



Artikel 6.1.2 lid 4

4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen voor
een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe en uitbreiding van bestaande golfterreinen niet toegestaan
ontheffing ’ [LG 2] voor het realiseren van een nieuw golfterrein. De ontheffing kan worden verleend
onder de volgende voorwaarden:
a. het agrarisch grondgebruik niet doelmatig kan worden voortgezet;
b. de agrarische structuur van het omliggende gebied wordt zo min mogelijk aangetast;
c. voorzien wordt in een goede landschappelijk inpassing, rekening houdend met de natuurwaarden van omliggend gebied;
d. de cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd;
e. het recreatief medegebruik is gewaarborgd;
f. het golfterrein is gesitueerd aansluitend op het stedelijk gebied