Hoofdstuk 4 Nieuwe landgoederen

Artikel 4.13.1 Nieuwe landgoederen

[LG 1 en LG 3 buiten de EHS]
1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe landgoederen’ kan
bestemmingen en regels bevatten die toestaan dat nieuwe landgoederen worden gerealiseerd, mits is
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de vestiging van een nieuw landgoed heeft een substantiële duurzame verrijking van de ecologie en het landschap tot gevolg;
b. de cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt;
c. de hoeveelheid toe te voegen bebouwing staat in goede verhouding tot de te realiseren hoeveelheid
extra groen;
d. omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
e. geen onevenredige toename van gemotoriseerd verkeer plaatsvindt;
f. het niet gelegen is in het Landbouwontwikkelingsgebied van het Reconstructieplan;
g. het agrarisch grondgebruik in het Verwevingsgebied van het Reconstructieplan niet doelmatig kan worden voortgezet.

2. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat een ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat de financiële haalbaarheid, tijdige realisering en duurzame instandhouding van de groene functies is verzekerd en de ruimtelijke inpassing goed mogelijk is. Een beeldkwaliteitsparagraaf maakt onderdeel uit van de ruimtelijke onderbouwing.



Artikel 4.13.2 Nieuwe landgoederen niet toegestaan

[LG 2, LG 4 en de EHS]



Artikel 4.13.2 lid 1

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe landgoederen niet toegestaan’
bevat geen bestemmingen en regels die toestaan dat nieuwe landgoederen worden gerealiseerd.



Artikel 4.13.2 lid 2

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten een ontheffing verlenen
voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe landgoederen niet toegestaan ontheffing’ [LG 2] voor
het realiseren van een nieuw landgoed. De ontheffing kan worden verleend onder de voorwaarden
dat:
a. de agrarische structuur zo min mogelijk wordt aangetast;
b. de vestiging van een nieuw landgoed heeft een substantiële duurzame verrijking van de ecologie en het landschap tot gevolg;
c. de cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt;
d. de hoeveelheid toe te voegen bebouwing staat in goede verhouding tot de te realiseren hoeveelheid
extra groen;
e. omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
f. geen onevenredige toename van gemotoriseerd verkeer plaatsvindt;
g. het niet gelegen is in het Landbouwontwikkelingsgebied van het Reconstructieplan.



Artikel 4.13.2 lid 3

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten een ontheffing verlenen
voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe landgoederen niet toegestaan ontheffing EHS Langbroekerweteringgebied overig’ voor het realiseren van een nieuw landgoed. De ontheffing kan
worden verleend onder de voorwaarden dat:



Artikel 4.13.2 lid 3 sub a t/m c

a. de groene functie aansluit bij de bij het gebied passende natuurdoeltypen;

b. de vestiging van een nieuw landgoed heeft een substantiële duurzame verrijking van de ecologie en het landschap tot gevolg;

c. de cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt;
 



Artikel 4.13.2 lid 3 sub d

d. de hoeveelheid toe te voegen bebouwing staat in goede verhouding tot de te realiseren hoeveelheid
extra groen, met dien verstande dat geen bebouwing wordt toegevoegd in de gebieden die zijn aangeduid als ‘Reconstructieplangebied’;



Artikel 4.13.2 lid 3 sub e t/m f

e. omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
f. geen onevenredige toename van gemotoriseerd verkeer plaatsvindt;



Artikel 4.13.2 lid 4

4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten een ontheffing verlenen
voor een gebied dat is aangeduid als ‘Nieuwe landgoederen niet toegestaan ontheffing EHS overig’ voor het realiseren van een nieuw landgoed. De ontheffing kan worden verleend onder de voorwaarden
dat:
a. de groene functie aansluit bij de bij het gebied passende natuurdoeltypen;
b. geen nieuwe bebouwing wordt toegevoegd;
c. de vestiging van een nieuw landgoed heeft een substantiële duurzame verrijking van de ecologie en het landschap tot gevolg;
d. de cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt.
e. omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
f. geen onevenredige toename van gemotoriseerd verkeer plaatsvindt.