Hoofdstuk 3 Cultureel erfgoed

Artikel 3.1 Veiligstellen Cultuurhistorische hoofdstructuur

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Veiligstellen cultuurhistorische hoofdstructuur’ bevat bestemmingen en regels die het behoud van de in het plangebied aanwezige cultuurhistorische waardevolle structuren waarborgen.

2. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat een beschrijving van de in
het plangebied aanwezige cultuurhistorische waardevolle structuren, de daaraan toe te kennen
waardering, het door de gemeente te voeren beleid ter zake en de wijze waarop met eventuele
veranderingen wordt omgegaan.

3. Ruimtelijke ontwikkelingen die voorzien in grootschalige veranderingen in een gebied dat is
aangeduid als ‘Veiligstellen cultuurhistorische hoofdstructuur’ zijn alleen toegestaan als in de toelichting op een bestemmingsplan wordt aangetoond dat er geen reëel alternatief is voor deze
ruimtelijke ontwikkelingen op deze locatie en de gekozen oplossing de cultuurhistorische hoofdstructuur
zo min mogelijk aantast.



Artikel 3.2 Eisen stellen Cultuurhistorische hoofdstructuur

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Eisen stellen cultuurhistorische waarden’ bevat bestemmingen en regels die zijn gericht op het in stand houden van en het voortbouwen op de in het plangebied voorkomende cultuurhistorische waarden.

2. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat een beschrijving van de in
het plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden, de daaraan toe te kennen waardering, het door
de gemeente te voeren beleid ter zake en de wijze waarop met eventuele veranderingen wordt omgegaan.



Artikel 3.3 Eisen stellen Cultuurhistorische hoofdstructuur archeologie

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Eisen stellen cultuurhistorische waarden archeologie’ bevat bestemmingen en regels die het behoud van de in het plangebied aanwezige archeologische waarden waarborgen.

2. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat een beschrijving van de in
het plangebied aanwezige cultuurhistorische en archeologische waarden, de daaraan toe te kennen
waardering, het door de gemeente te voeren beleid



Artikel 3.4 Waterlinies

1. Een bestemmingsplan voor een gebied dat is aangeduid als ‘Waterlinies’ bevat bestemmingen en
regels die zijn gericht op aansluiting bij of een versterking zijn van de karakteristieken van de
verdedigingslinies en het direct aangrenzende terrein.

2. De toelichting op een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid bevat een beschrijving van de
karakteristieken van dat gebied.

3. Ruimtelijke ontwikkelingen die voorzien in een afwijking van de karakteristieken van de verdedigingslinies zijn slechts dan aanvaardbaar als in de toelichting op het bestemmingsplan is aangetoond dat die ruimtelijke ontwikkelingen noodzakelijk zijn en elders niet kunnen worden
gerealiseerd.