artikel 20 Algemene wijzigingsregels

20.1 Wijzigingsbevoegdheid

a. Wijzigingsgebied I
Bevoegd gezag is bevoegd de bestemming ‘Natuur’ ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven aanduiding ‘Wro-zone – Wijzigingsgebied I’ te wijzigen in de bestemming ‘Maatschappelijk – Molen’, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: 
  1. het gaat om een historische molen;

  2. de molen staat verhoogd in het landschap. Deze verhoging is maximaal 1,10 meter, overeenkomstig de kaarten die zijn opgenomenn in bijlage 1 en bijlage 2 (versie 1), datum 29-11-2011, van deze regels.

Bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zijn voor de betreffende gronden de regels van artikel 5 en 14 van toepassing.

b. Wijzigingsgebied II
Bevoegd gezag is bevoegd de bestemmingen binnen de aanduiding ‘Wro-zone – Wijzigingsgebied II’ mede te bestemmen als ‘Vrijwaringszone – Molenbiotoop’ ter bescherming van de molenbiotoop, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarde:

  1. dat van de wijzigingsbevoegdheid van lid 1a eerder of gelijktijdig gebruik gemaakt wordt.

Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zijn voor de betreffende gronden de regels van artikel 18 van toepassing.

c. Wijzigingsgebied III
Bevoegd gezag is bevoegd de bestemming ‘Natuur’ ter plaatse van het op de verbeelding aangegeven aanduiding ‘Wro-zone - Wijzigingsgebied III’ te wijzigen in de bestemming ‘Verkeer’ met aanduiding ‘parkeerterrein (p)’ ten behoeve van een parkeerterrein, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. de behoefte aan het parkeerterrein, op deze locatie, is voldoende aangetoond aan de hand van een parkeerbehoefteonderzoek;

  2. het parkeerterrein is bedoeld voor maximaal 60 personenauto’s;

  3. het parkeerterrein wordt een groenelement dat past in het landschap;

  4. er wordt voorzien in een landschappelijke inpassing volgens de spelregels van het Ruimtelijk Kwaliteitsplan (bijlage 6 van toelichting)

  5. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de verlichting is maximaal 5 meter.

  6. de verlichting wordt zodanig gesitueerd en gericht, dat er geen lichtuitstraling plaatsvindt in de richting van gronden met de bestemming ‘Natuur’, waardoor significante aantasting optreedt van de daar aanwezige (potentiële) natuurwaarden.

Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zijn voor de betreffende gronden de regels van artikel 7 en artikel 14 van toepassing.

d. Wijzigingsgebied IV
Bevoegd gezag is bevoegd de bestemmingen binnen de aanduiding ‘Wro-zone – Wijzigingsgebied IV’ te wijzigen in de bestemming ‘Verkeer’ ten behoeve van een fietspad, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarde:

  1. eigenaar van de gronden waarop het fietspad wordt aangelegd het zakelijk recht van overpad gevestigd heeft.

Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 7 en 14 van toepassing zijn.

e. Wijziging bestemmingsgrenzen
Bevoegd gezag is bevoegd de bestemmingsgrenzen te wijzigen, voor zover:

  1. het de bestemmingen Natuur, Agrarisch met waarden en Water betreft;

  2. dit noodzakelijk is voor de realisering van de maatregelen die voortvloeien uit het ‘project Ruimte voor de Lek’;

  3. er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten;

  4. door het bevoegd gezag schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende gemeente;

  5. de overschrijdingen niet meer bedragen dan 15 meter en het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% per betreffend bestemmingsvlak wordt vergroot.


f. Wijziging ligging Waarde – Archeologie
Bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de ligging van de dubbelbestemming ’Waarde – Archeologie’ wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.


20.2 Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit omtrent een wijziging is artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.