artikel 17 Algemene gebruiksregels

Onder een met de in dit plan gegeven bestemmingen strijdig en dientengevolge verboden gebruik, zoals bepaald in artikel 2.1 lid 1 sub c Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval verstaan het gebruik en laten gebruiken van gronden en/of opstallen:

  1. voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. voor de beoefening van lawaaisporten;
  3. als opslag-, stort-, lozing of bergplaats van afvalstoffen alsmede van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  4. voor het opleiden en trainen van honden en het houden van oefeningen en wedstrijden met honden;
  5. voor een seksinrichting, (straat)prostitutie of escortbedrijf;
  6. voor het gebruik van ligplaatsen op gronden en wateren, anders dan met de bestemming ‘Water’ met aanduiding ‘passantenhaven’.