artikel 1 Begrippen

In deze planregels wordt verstaan onder:

1.1. plan
het provinciaal inpassingsplan ‘Ruimte voor de Lek’ van de provincie Utrecht.

1.2  inpassingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9926.IP11RuimtevdLek-OW02 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 verbeelding
de tekening nr. NL.IMRO.9926.IP11RuimtevdLek-OW02 van het provinciaal inpassingsplan ‘Ruimte voor de Lek’, met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan aangewezen gronden zijn aangewezen.

1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6  abiotische waarden

waarden in verband met het abiotische milieu (niet-levende natuur), in de vorm van specifieke aardkundige en/of hydrologische kenmerken en eventueel op basis daarvan aanwezige mogelijkheden voor ontwikkeling van een waardevol biotisch milieu (levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).

1.7 archeologische waarde
de waarde, die een gebied ontleent aan het voorkomen van overblijfselen uit vroegere tijden.

1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.9 bedrijfsbebouwing
alle bebouwing behorende bij een bedrijf met uitzondering van de bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken.

1.10 beheerder van de primaire waterkering
beheerder van de primaire waterkering in de zin van artikel 1.1 Waterwet.

1.11 bestaande situatie
a. ten aanzien van bebouwing: legale bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
b. ten aanzien van gebruik: het legale gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan.

1.12 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.

1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.22 dijk
waterkerend grondlichaam.

1.23 extensief dagrecreatief medegebruik
verblijf buiten de woning voor extensieve vorm van dagrecreatie,  - zonder geluidsoverlast - die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en vissen, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals zitbankjes, informatieborden en een vissteiger.

1.24 functie
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt plus een overkapping met een open constructie.

1.26 grondgebonden agrarische activiteiten
een agrarisch bedrijf, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond als agrarisch productiemiddel zoals akkerbouw, veeteelt en/of tuinbouwbedrijf.

1.27 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.28 horeca A
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken. Het accent ligt op de verstrekking van etenswaren voor consumptie ter plaatse. Het gaat hierbij om een restaurant, bistro of crêperie.

1.29 horeca B

  • een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het al dan niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of bewerkte etenswaren en dranken. Het gaat hierbij om een lunchroom of konditorei;
  • een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije en zwakalcoholische dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren. Het accent ligt op de verstrekking van alcoholvrije drank. Het gaat hierbij om een thee-/ koffiehuis;
  • een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor gebruik ter plaatse. Het gaat hierbij om een ijssalon.
     

1.30 hydraulische taakstelling
de taakstelling gekoppeld aan het project Ruimte voor de Lek, namelijk een waterstandverlaging van 8 centimeter in het kader van de MHW-taakstelling.

1.31 kampeermiddelen
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.

1.32 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

1.33  landwinkel
een gebouw bedoeld voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden van agrarische producten die op het eigen bedrijf zijn geproduceerd, waaronder begrepen, het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.34  lawaaisporten
sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het achtergrondniveau wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, gemotoriseerd paragliding en (model)vliegsport, de jachtsport wordt hieronder niet begrepen.

1.35 ligplaats
een plaats in het water bestemd voor het afmeren van een vaartuig.

1.36 natuur
alle levende organismen, hun habitat, de ecosystemen waarvan zij deel uitmaken en de daarmee verbonden uit zichzelf functionerende ecologische processen.

1.37  natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde, die bepaald wordt door het voorkomen van planten en dieren die zichzelf -onder invloed van- klimaat, geomorfologie, bodemkundige en waterhuishoudkundige gesteldheid en al dan niet beïnvloed door menselijke aanwezigheid, in stand houden.

1.38 nutsvoorziening
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten.

1.39 overkapping met een open constructie
een bouwwerk met maximaal twee wanden die al dan niet tot de constructie zelf behoren.

1.40 peil
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.41 primaire waterkering
een primaire waterkering als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet.

1.42 project Ruimte voor de Lek
de werkzaamheden of werken die worden uitgevoerd door of vanwege de in de PKB bedoelde maatregel Ruimte voor de Rivier, uit te voeren binnen de plangrenzen van de verbeelding.

1.43 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een andere persoon tegen vergoeding.

1.44 recreatief medegebruik
gebruik ten behoeve van ontspanning (in de vrije tijd) en vrijetijdsbesteding (sport en spel, verblijf in de natuur en uitstapjes, zoals wandelen, fietsen, paardrijden), inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals natuurlijke speelvoorzieningen, picknicktafels, een verhard wandelpad, voetgangersbruggen en informatieborden, niet zijnde verblijfsrecreatie.

1.45 talud
onderdeel van de waterkering in de vorm van een onder een helling gelegen vlak.

1.46 waterafvoergebied
een gebied begrensd door een waterkering dat – bij een hoger dan gemiddelde waterstand op de rivier – geheel of gedeeltelijk ruimte biedt voor de afvoer van rivierwater richting zee.

1.47 waterbeheerder
het bevoegde bestuursorgaan van een overheidslichaam dat is belast met de overheidszorg die is gericht op de in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen.

1.48 waterberging
als functie van wateren: het tijdelijk of langdurig bergen van (regen)wateroverschotten uit de omgeving.

1.49 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, bestortingen, etc.

1.50 waterkering
een waterkerende en/of -scheidende, kunstmatige of natuurlijke hoogte of hooggelegen gronden, inclusief de daarin aanwezige waterkerende elementen.

1.51 werk
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.52 woning
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden.